Een derde van de mensen met zeldzame kanker krijgt niet direct juiste diagnose

Voordat de juiste diagnose gesteld wordt, krijgt een derde van de mensen met een zeldzame vorm van kanker eerst een of meerdere verkeerde diagnoses te horen. Vier op de tien van deze patiënten heeft een behandeling, therapie of medicatie voor die onjuiste diagnose(s) gehad.

Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) onder 2027 mensen die een zeldzame vorm van kanker hebben (gehad). Volgens de kankerpatiëntenorganisaties zou vertraging in het stellen van de juiste diagnose mogelijk een van de verklaringen kunnen zijn waarom mensen met een zeldzame vorm van kanker gemiddeld een 15% slechtere overlevingskans hebben dan mensen met een veelvoorkomende vorm van kanker (bron: IKNL, 2018).

Tijdens de ‘Week van de Zeldzame Kankers’ roept de federatie daarom samen met KWF op om mensen met zeldzame vormen van kanker te laten onderzoeken en behandelen in (nog aan te wijzen) gespecialiseerde centra, bij voorkeur in Universitair Medische Centra (UMC’s). Bij sommige zeldzame kankers, zoals sarcomen en hoofdhalskanker zijn daar al landelijke afspraken over gemaakt. Voor bloed- of lymfeklierkanker is afgesproken dat elke patiënt met een gespecialiseerd centrum wordt besproken. Deze peiling laat zien dat 51% van de mensen met zeldzame kanker in een UMC wordt behandeld. NFK vraagt zich af of alle mensen met zeldzame kanker wel gespecialiseerde zorg krijgen.

Jaarlijks krijgen ongeveer 20.000 mensen een zeldzame vorm van kanker. Nederland telt 130.000 mensen met een zeldzame kanker zoals anuskanker, galwegkanker, vulvakanker, schildklierkanker en hersentumor. Uit de online peiling blijkt dat de meeste mensen met een zeldzame kanker met hun klachten naar de huisarts gingen. De helft van hen werd binnen twee weken naar het ziekenhuis verwezen, maar bij bijna een kwart duurde dit drie maanden of langer, bij een op de tien meer dan een jaar.

Voor bijna een derde van de respondenten geldt dat er meer dan vier weken tussen het eerste gesprek met de arts in het ziekenhuis en het horen van de diagnose zeldzame kanker zat. De geldende beroepsnorm van SONCOS schrijft voor dat een diagnose in principe binnen drie weken na het eerste polibezoek gesteld moet worden. Bij verwijzing naar een ander ziekenhuis geldt voor dit ziekenhuis de norm opnieuw. 8% van de mensen met zeldzame kanker geeft aan dat het een half jaar of langer duurde voordat de diagnose werd gesteld, na het eerste gesprek met een arts in het ziekenhuis.

Bij twee derde van de respondenten was de eerste diagnose meteen de juiste. Bijna een vijfde kreeg echter één verkeerde diagnose, en een op de acht meerdere verkeerde diagnoses. Van de mensen met een of meerdere verkeerde diagnoses kreeg vier op de tien hier ook een behandeling voor.

Volgens NFK is de late of verkeerde diagnose voor een progressieve ziekte als kanker zorgelijk. Het is van groot belang om kanker in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren. Dit om uitbreiding van de ziekte voor te zijn en zo de kansen op een succesvolle behandeling te vergroten. ,,Het is begrijpelijk dat de huisarts niet meteen bij iedere klacht aan kanker denkt. Maar als de klachten voortduren dan is het belangrijk dat er ook aan de mogelijkheid van een zeldzame kanker wordt gedacht. Wij vragen huisartsen dan ook om vooral niet te lang te wachten met verwijzen naar het ziekenhuis voor vervolgonderzoek”, zegt directeur-bestuurder van Arja Broenland van NFK.

Een zeldzame kanker is vaak moeilijker te diagnosticeren dan een niet-zeldzame vorm. Broenland: “Daarom is het van belang om tijdig te verwijzen naar gespecialiseerde centra. Geen of een foutieve diagnose geeft mensen veel zorgen en onzekerheid. Daarnaast is behandeling van een onjuiste diagnose ineffectief en kan het bijwerkingen geven. Ook kan de kanker zich in de tussentijd zonder effectieve behandeling verder uitbreiden.” Om het onderzoek naar en diagnostiek en behandeling van zeldzame vormen van kanker te optimaliseren bespreekt NFK de resultaten van de peiling met het Dutch Rare Cancer Platform (DRCP), een landelijke multidisciplinaire groep van experts zeldzame kankers.

Om mensen met een zeldzame kanker te ondersteunen heeft NFK in 2019 het Patiëntenplatform Zeldzame Kankers (zeldzamekankers.nl) opgericht. In de Week van de Zeldzame Kankers bundelen NFK en KWF hun krachten om meer aandacht te vragen voor het platform en de noodzaak van meer kennis en aandacht voor goede diagnostiek. Johan van de Gronden, directeur van KWF: ,,Ik wil dat het overlevingspercentage voor mensen met een zeldzame vorm van kanker omhoog gaat. Het mag niet uitmaken welke soort kanker je krijgt, een zeldzame vorm of een vorm die vaak voorkomt. Met gespecialiseerde centra kunnen we daar echt een belangrijke bijdrage aan leveren.”

Van 8 t/m 14 maart zal onder meer iedere dag een patiënt zijn of haar ervaringsverhaal delen op zeldzamekankers.nl. Vanaf 22 maart start KWF met een vervolgcampagne om landelijk meer aandacht voor zeldzame kankers te vragen.

Minister Bruins verstevigt aanpak onnodig gebruik zware pijnstillers

Bruno Bruins.

Minister Bruins voor Medische Zorg presenteert vandaag de eerste resultaten van de aanpak om het groeiende gebruik van zware pijnstillers tegen te gaan. Om kennis en bewustzijn bij patiënten en zorgverleners te vergroten gaat er vanaf vandaag een website in de lucht met informatie over deze geneesmiddelen. Daarnaast worden richtlijnen in de zorg verder aangescherpt en zijn er afspraken gemaakt over verantwoord voorschrijven en afleveren van deze pijnstillers. Ook stelt de minister een speciale groep van experts in om illegale handel in opioïde pijnstillers te onderzoeken en tegen te gaan. Uit voorlopige cijfers over de eerste twee kwartalen van dit jaar blijkt het aantal gebruikers van zware pijnstillers te zijn gedaald.

De minister heeft eerder dit jaar een taakgroep opioïden ingesteld met vertegenwoordigers uit het brede zorgveld. Deze groep is de afgelopen maanden aan de slag gegaan met de uitvoering van de actie-agenda opioïden die de minister in februari jl. heeft aangekondigd. Vandaag zijn de eerste resultaten en maatregelen bekendgemaakt voor de korte en lange termijn. Het doel is om de gesignaleerde problemen terug te dringen en onnodig en langdurig gebruik van zware pijnstillers te voorkomen.

Minister Bruins: “Onnodig en onverantwoord gebruik van zware pijnstillers moet stoppen. We willen hier geen Amerikaanse toestanden, daarom heb ik maatregelen genomen. De afgelopen periode is hier door zorgverleners en experts binnen de taakgroep hard aan gewerkt. Mensen moeten duidelijker geïnformeerd worden over de risico’s wanneer zij deze pijnstillers verkeerd of voor een langere periode gebruiken. Hier ligt ook een belangrijke taak voor ziekenhuizen, artsen en apothekers. Een goede begeleiding van de patiënt is essentieel. Ook komt er meer onderzoek naar het gebruik van deze pijnstillers en wat de gevolgen hiervan zijn. Tot slot wil ik zicht op de omvang van mogelijk illegale handel. De daling van het aantal gebruikers van deze zware pijnstillers is bemoedigend. Er is al veel werk verzet, maar we zijn er nog niet. Nu gaan we verder doorpakken.”

De minister benadrukt dat het belangrijk is dat er geen wantrouwen tegenover deze geneesmiddelen mag ontstaan. Opioïde pijstillers zijn namelijk van groot belang voor patiënten met zware pijnklachten, bijvoorbeeld na een operatie.

De acties van de taakgroep zijn gericht op een aantal belangrijke thema’s.

Vergroten bewustzijn en kennis

Voorschrijvers en patiënten hebben aangegeven behoefte te hebben aan goede informatie. Daarom is vanaf vandaag de website www.opiaten.nl in de lucht. De website biedt tegenwicht aan informatie uit onbekende of onbetrouwbare bron. Ook is er voor patiënten – laagdrempelig en in begrijpelijk taal – voorlichtingsmateriaal ontwikkeld. Voor zorgverleners zijn er e-learnings samengesteld.

Aanscherpen van standaarden en richtlijnen

Zorgverleners hebben afspraken gemaakt over het aanscherpen van richtlijnen. Ze zijn aan de slag gegaan met belangrijke aandachtspunten en kijken kritisch naar herhaalrecepten, ontslagmedicatie na ziekenhuisopname en verantwoord afbouwen. Ook komt er in 2020 een afbouwprotocol voor een groep patiënten in de verslavingszorg. Verder zijn apotheken extra alert op vervalste recepten.

Tegengaan van illegale handel

Minister Bruins maakt zich zorgen over de signalen over mogelijk illegale handel in opioïden en de gevolgen op het problematisch gebruik. Om grip te krijgen op deze ‘zwarte markt’ zal de minister een aparte groep van de taakgroep instellen met in ieder geval vertegenwoordigers van de Inspectie, Openbaar Ministerie en de politie. Deze groep informeert de minister over de omvang in de illegale handel in opioïde pijnstillers in Nederland en geeft advies hoe deze het best te ontmoedigen en te bestrijden.

Vergroten van (wetenschappelijke) kennis

Om het kennisniveau over het gebruik van opioïden en de gevolgen daarvan te verhogen heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een subsidie toegekend aan een project waarin de universiteiten van Utrecht, Leiden en Nijmegen de komende vijf jaar nauw gaan samenwerken met tal van experts in het hele land.

Sommige patiënten lopen bij langdurig gebruik een hoog verslavingsrisico. Om vast te kunnen stellen om welke patiënten het gaat, kunnen voorspellende tests waardevol zijn. Hiermee kan problematisch gebruik in de toekomst worden voorkomen. De taakgroep is hierover in gesprek met het Erasmus MC over het doen van onderzoek.

Taakgroep

De taakgroep opioïden staat onder leiding van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM). De volgende partijen nemen deel aan de groep: NHG, KNMP, NVZA, NVA, VVGN en Patiëntenfederatie Nederland.

Stevig staan met stotteren, Wereldstotterdag 22 oktober 2019

Dit jaar staat Wereldstotterdag in het teken van het grote belang van ‘open zijn’ over je stotteren.

Praten over stotteren kan je enorm helpen om steviger te staan met je stotteren; openheid geeft kracht! We willen kinderen van 8 tot 14 jaar, hun ouders en leerkrachten wijzen op het positieve effect van het houden van een spreekbeurt over stotteren. De medeleerlingen weten meestal niet zoveel over stotteren en vinden het vaak heel interessant om er iets over te horen. Materiaal voor een spreekbeurt en alle informatie over stotteren is te vinden op www.stotteren.nl.

Om het thema voor het voetlicht te brengen is een nieuwe brochure gemaakt en een poster.

We zijn er heel blij mee dat het jeugdprogramma Klokhuis op 22 oktober aandacht besteedt aan stotteren.

De kracht van open zijn over je stotteren geldt natuurlijk ook voor volwassenen.  Dit jaar heeft de patiëntenvereniging Demosthenes Boomerangkaarten laten maken met de slogan: “Het is altijd weer een verassing wat je te vertellen hebt”. Deze kaarten worden verspreid in publieke ruimtes en zijn bedoeld om gesprekken tussen mensen uit te lokken.

Voor stottertherapeuten en belangstellenden wordt er op 22 oktober in het Erasmus MC te Rotterdam een vakinhoudelijk symposium over stotteren georganiseerd ter gelegenheid van het     25-jarig jubileum van Dr. Marie Christine Franken, klinisch linguïst-logopedist-stottertherapeut. Zij verricht veel onderzoek naar de oorzaak van stotteren en het effect van behandeling. Vorig jaar in juli 2018 ontving zij hiervoor de Knowlegde Development & Innovation Award van de IFA (International Fluency Association) tijdens het 9e World Congress of Fluency Disorders in Hiroshima.

Demosthenes organiseert een meeting voor leden en geïnteresseerden op 26 oktober, aanmelden via voorzitter@demosthenes.nl. Meer informatie volgt op www.demosthenes.nl.

Als laatste zal er rond Wereldstotterdag een mobiele app worden gelanceerd.