‘Strenge regels blokkeren inzet urgente AI-oplossingen in de zorg’

Veel ziekenhuizen betwijfelen of personeelstekorten in de zorg kunnen worden opgelost met kunstmatige intelligentie (AI). Ook Tweede Kamerleden zijn kritisch en waarschuwen het kabinet voor te hoge verwachtingen van de computers en robots die artsen en verpleegkundigen helpen. Een groot probleem is dat veelbelovende toepassingen niet van de grond komen doordat ze verstrikt raken in een web van complexe regelgeving.

In 2034 is het personeelstekort in de zorg waarschijnlijk zo’n 266.000 werknemers. De tekorten ontstaan doordat meer mensen zorg nodig hebben, onder meer vanwege vergrijzing. AI kan de zorg ondersteunen in administratieve processen en in directe patiëntenzorg.

Er zijn tal van AI-ondersteunde systemen in ontwikkeling met veel potentie om zorgmedewerkers te helpen. De software werkt en het zorgpersoneel wil ermee aan de slag, maar de doorontwikkeling naar een concrete zorginnovatie stokt. Dat komt in veel gevallen omdat testen in de praktijk niet zomaar mag, vanwege strikte regels rond datagebruik, veiligheid en certificering. Veelbelovende toepassingen komen vast te zitten in complexe Europese regelgeving als de Medical Device Regulation en de AI Act. Daardoor blijft waardevolle technologie te vaak in de ontwikkelfase hangen, zonder ooit de werkvloer te bereiken.

Zeker bij innovaties die voortkomen uit publieke kennisinstellingen of samenwerkingen met zorgorganisaties zou het mogelijk moeten zijn om in gecontroleerde omgevingen sneller praktijkervaring op te doen. Nu duurt dat vaak jaren – tijd die we met de huidige druk op de zorg simpelweg niet hebben.

Als we willen dat AI bijdraagt aan betaalbare, toegankelijke zorg, dan moet wetgeving ruimte bieden om zorginnovaties in de praktijk ook te toetsen en aan te kunnen scherpen, om vervolgens zo snel mogelijk te kunnen implementeren. Niet door regels los te laten, maar door ruimte te maken voor veilig innoveren. Bijvoorbeeld via speciale experimenteerregelingen voor publieke partijen. Zolang die infrastructuur ontbreekt, blijft AI vooral een papieren belofte.

Week van de Euthanasie in teken van stapeling ouderdomsaandoeningen

De Week van de Euthanasie (10-16 februari) staat dit jaar in het teken van het onderwerp ‘stapeling van ouderdomsaandoeningen’. Een combinatie van aandoeningen zoals slecht zicht en gehoor, botontkalking, gewrichtsslijtage, evenwichtsproblemen en geheugenverlies kan leiden tot ondraaglijk en uitzichtloos lijden, waardoor euthanasie in sommige gevallen mogelijk wordt. Tijdens deze week worden verschillende activiteiten georganiseerd om aandacht te vragen voor dit thema. De campagne draagt de titel: ‘Het is genoeg. Wat als ouderdom je alles ontneemt?’

Volgens Fransien van ter Beek, bestuursvoorzitter van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), is euthanasie vanwege een stapeling van ouderdomsaandoeningen nog relatief onbekend. “Daarom richten we de Week van de Euthanasie dit jaar op dit onderwerp. Het is een minder bekende manier om regie over het levenseinde te behouden, en daar willen we meer bewustzijn over creëren.” Om meer duidelijkheid te geven, is er een uitlegvideo gemaakt over wat een stapeling van ouderdomsaandoeningen precies inhoudt.

In 2023 werd, volgens de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE), 349 keer euthanasie verleend op basis van een verzoek dat voortkwam uit een stapeling van ouderdomsaandoeningen. Dit was slechts 4 procent van de in totaal 9.068 verleende euthanasieverzoeken in dat jaar. Opvallend is dat meer dan de helft van deze verzoeken (179 gevallen) werd uitgevoerd door Expertisecentrum Euthanasie, wat aantoont dat deze aanvragen vaak complex van aard zijn.

Van ter Beek benadrukt dat veel artsen en patiënten niet weten dat euthanasie op basis van ouderdomsaandoeningen mogelijk is. “Er ontstaat ook vaak verwarring in de terminologie. Mensen zeggen bijvoorbeeld dat ze ‘klaar met leven’ zijn of dat hun leven ‘voltooid’ is. Vaak gaat het dan feitelijk om ouderdomsaandoeningen, maar wordt niet de juiste onderbouwing gebruikt voor een euthanasieverzoek.”

De artsenfederatie KNMG erkende al in 2009 dat een combinatie van ouderdomsaandoeningen kan leiden tot ondraaglijk en uitzichtloos lijden, wat een noodzakelijke voorwaarde is voor een euthanasieverzoek. “Wanneer dit het geval is, is erg persoonlijk,” legt Van ter Beek uit. “Voor de één is het idee van aftakeling onverdraaglijk, terwijl een ander dit accepteert als een natuurlijk onderdeel van het ouder worden. Dit hangt vaak samen met iemands levensstijl en wat voor hen belangrijk was. Bijvoorbeeld: iemand die altijd graag muziek luisterde, zal meer moeite hebben met gehoorverlies dan iemand die liever leest, terwijl blindheid voor een boekenliefhebber juist zwaarder kan wegen. Het gaat om subjectief, persoonlijk lijden in de context van iemands levenservaring.”

‘Bewegen essentieel voor mentale gezondheid, ook voor meiden’

Uit onderzoek vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijkt dat het wereldwijd slecht gaat met de mentale gezondheid van meiden tussen de 11 en 16 jaar. Ze hebben veel last van slapeloosheid, hoofdpijn en depressiviteit. Oorzaken zijn onder andere de ervaren druk door schoolwerk, maar ook de gevolgen van elkaar minder fysiek zien tijdens de coronacrisis. Daarnaast weten we dat slechts 39 procent van de jongeren tussen de 12 en 17 jaar voldoen aan de beweegrichtlijnen. Regelmatig bewegen kan bijdragen aan verschillende aspecten van mentaal welbevinden, zoals plezier, geluksgevoelens en het omgaan met stress. 

Naast de welbekende fysieke voorbeelden heeft bewegen een positief effect op mentale gezondheid. Zo is bekend dat sport en bewegen zorgen voor verminderen of voorkomen van angstige en depressieve gevoelens. Daarbij zorgt bewegen voor een uitlaatklep en verbeterde stressregulatie. Ook is bekend dat sport en bewegen door sociale interactie, sociale steun en samen bewegen het mentale welbevinden een boost geeft. 

Deze effecten geven duidelijk aan wat het belang van bewegen is voor meiden tussen de 11 en 16 jaar. In vergelijking met jongens richt het beweeggedrag van meiden zich vaker op interactie en plezier hebben. Belangrijke beweegredenen voor meiden zijn daarom ‘gezelligheid’ en ‘samen sporten’ in plaats van het competitie-element. In het aanbieden van sport- en beweegactiviteiten voor meiden is het dus van groot belang om hier rekening mee te houden. 

Voor de meiden die veel druk ervaren door bijvoorbeeld schoolwerk is het dan ook essentieel dat zij kunnen (blijven) sporten en bewegen. Het helpt zowel hun mentale als fysieke gezondheid. Om aan te sluiten bij de leefwereld van meiden is het belangrijk om met ze in gesprek te gaan, hun motieven en belemmeringen te ontdekken en de sport- en beweegactiviteiten daarop af te stemmen. Ook is het voor meiden belangrijk dat ze zich veilig voelen in de activiteiten die worden georganiseerd.