Studie oudere niertransplantatiepatiënten

Onderzoekers OPTIMIZE nierstudie Gelder Betjes HesselinkOnderzoekers van de sectie Nefrologie & Transplantatie gaan bij oudere niertransplantatiepatiënten onderzoeken of een aangepast afweeronderdrukkend behandelschema leidt tot betere resultaten.

Van ZonMw
De studie is mogelijk dankzij een subsidie van € 1.2 miljoen van ZonMw. De ontvangers zijn dr. Dennis Hesselink, dr. Michiel Betjes, prof. Carla Baan en prof. Teun van Gelder. Hun studie heet OPTIMIZE.

Beter leven
Patiënten met het laatste stadium van nierfalen komen in aanmerking voor een niertransplantatie. Na een succesvolle transplantatie neemt de levensverwachting toe en verbetert de kwaliteit van leven. Daarbij is een niertransplantatie goedkoper dan dialyse.

Duizend transplantaties
In Nederland worden per jaar zo’n duizend niertransplantaties uitgevoerd, in acht transplantatiecentra. Eenvijfde ervan vindt plaats in het Erasmus MC. Daar wordt meer dan de de helft uitgevoerd met een nier van een levende donor, veelal een familielid, partner of vriend(in).

Boven 65 jaar
Dr. Hesselink: “Zo’n een op de drie van de getransplanteerde patiënten in Nederland, ook in het Erasmus MC, is ouder dan 65. De leeftijd is een belangrijke voorspeller voor de uitkomst van een niertransplantatie. Anders dan bij jongeren, hebben oudere patiënten een hoger risico om te overlijden aan kanker en infecties, maar is hun risico om de nier aan een afstoting te verliezen juist kleiner.”

Logo Optimize trialMildere behandeling
“Hun kleinere risico op afstoting heeft te maken met de veroudering van het immuunsysteem. Het lijkt dus logisch om oudere patiënten een mildere afweeronderdrukkende behandeling te geven dan jongeren. Een tweede overweging voor een mildere behandeling is dat nieren van oudere donoren preferentieel worden toegewezen aan oudere patiënten. De conditie van deze oudere nieren is veelal minder in vergelijking met die van jongere donoren.”

Medicatie aangepast
Omdat ouderen een lagere kans op afstoting hebben en een groter risico lopen om aan een infectie te overlijden, wordt in deze studie onderzocht of een aangepast immunosuppressief behandelschema tot betere uitkomsten zal leiden. De ene helft van de patiënten zal worden behandeld met de standaard immunosuppressieve therapie na niertransplantatie. Dat bestaat uit de drie medicijnen tacrolimus, mycofenolzuur en prednisolon. De experimentele groep zal worden behandeld met een aangepast schema. Daar wordt het afweeronderdrukkende mycofenolzuur vervangen door everolimus én de dosering tacrolimus sterk verlaagd.

Minder tacrolimus
De onderzoekers verwachten dat de lagere blootstelling aan tacrolimus bij 65-plussers zal leiden tot een verbeterde niertransplantaatfunctie, een afname van het aantal complicaties en een toename van de kwaliteit van leven. In totaal zullen 380 niertransplantatiepatiënten van 65 jaar of ouder meedoen aan deze studie. Zeven van de acht Nederlandse transplantatie centra nemen deel, en ook het Leuvense transplantatiecentrum. Naast het geld van ZonMw betaalt de industrie € 0.5 miljoen mee aan dit onderzoek.

De coördinatie van OPTIMIZE is in handen van het Erasmus MC en UMCG (Groningen).

Effect kalium op nierschade onderzocht

Ejhoorn

Ewout Hoorn

Veel patiënten met chronische nierschade krijgen een kaliumbeperkt dieet om een te hoge kaliumspiegel in het bloed te voorkomen. Maar recente studies laten zien dat juist patiënten die het meeste kalium eten, minder nierschade ontwikkelen. Het verband tussen kalium en nierschade werd in die studies echter niet direct onderzocht. Daarom is nog onduidelijk of dit een rechtstreeks effect van kalium is en hoe dat dan werkt. Dankzij subsidie van de Nierstichting wordt dat nu voor het eerst onderzocht, in K+onsortium. Dit is een van de twee onderzoeksconsortia die de Nierstichting subsidieert.

Het onderzoek K+onsortium is een samenwerking tussen het Erasmus MC in Rotterdam, het UMC Groningen, het Leids UMC en het AMC in Amsterdam en krijgt 1,25 miljoen euro van de Nierstichting. Dr. Ewout Hoorn (internist Erasmus MC en projectleider van het consortium): “Als je meer kalium eet, scheiden je nieren niet alleen meer kalium, maar ook meer natrium (zout) uit. Kalium werkt dus als een katalysator om natrium te verwijderen en dat is gunstig voor de bloeddruk. Dit verklaart waarom bij gezonde mensen het innemen van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid kalium helpt om de bloeddruk en nierfunctie gezond te houden. Maar hoe dat in het lichaam precies werkt is nog niet helemaal bekend. En hoe dit werkt bij patiënten met chronische nierschade is helemaal onduidelijk. Als kalium inderdaad de gunstige effecten heeft die wij vermoeden, kan een dieet met meer kalium en minder natrium belangrijke gezondheidswinst boeken bij nierpatiënten.”

Grotere slagkracht door samenwerking

De vier collega’s wilden al langer samen een groot onderzoek uitvoeren, en kunnen dat nu doen dankzij de subsidie van de Nierstichting. Dr. Ewout Hoorn: “Het consortium geeft een krachtige impuls aan elk van onze onderzoeksgroepen. Ook ontstaat er door de samenwerking een grotere slagkracht. Ik hoop dat het vanzelfsprekend wordt binnen de wetenschap om grootschalige samenwerking op te zoeken; consortia zoals deze dragen daaraan bij. Nu proberen we ieder voor zich nog te vaak het wiel uit te vinden.”

Alle hoofdonderzoekers doen onderzoek naast hun werk als nefroloog in het ziekenhuis. Ze kennen de grenzen van wat nefrologen voor nierpatiënten kunnen doen, en willen die graag verleggen. Dr. Ewout Hoorn: “Ik doe al lang onderzoek naar onder meer kalium en natrium. Ik ben heel blij dat ik in dit grote onderzoek straks mijn kennis kan koppelen aan klinische problemen van nierpatiënten; daardoor kan ons onderzoek hopelijk echt iets voor nierpatiënten betekenen.”

Minder medicijnen door aangepast dieet

Tom Oostrom (directeur Nierstichting) over de financiering van dit grote onderzoek: “Naast de klinische waarde van het onderzoek, draagt het in potentie ook bij aan de zelfstandigheid van nierpatiënten: een mogelijke uitkomst is dat sommige patiënten bepaalde medicijnen minder of niet meer hoeven te gebruiken, en in plaats daarvan moeten zorgen voor voldoende kalium in hun voeding. Dat komt neer op het volgen van de richtlijn van het Voedingscentrum over groenten en fruit, want dan krijgen mensen voldoende kalium binnen. Daar kun je dus zelf voor zorgen. En minder medicijnen betekent: minder bijwerkingen. Dit is het eerste klinische onderzoek naar het effect en de precieze werking van kalium op de nierfunctie. En dat is mogelijk dankzij de donateurs van de Nierstichting.”

Dr. Ewout Hoorn en zijn collega’s gaan in dit consortium een landelijke studie doen naar de effecten van  kaliumsuppletie bij 400 patiënten met chronische nierschade. Daarnaast vinden kleinere studies plaats bij gezonde vrijwilligers, dialysepatiënten en in het laboratorium om de onderliggende mechanismen in detail te onderzoeken. Het onderzoek start in 2017 en loopt vijf jaar.

Ook onderzoek naar betere behandeling voor kinderen

Behalve het onderzoek naar kalium, subsidieert de Nierstichting nog een groot onderzoek (LEARNS) naar het idiopathisch nefrotisch syndroom bij kinderen, waarvoor nu de enige behandeling prednison is, een middel met zware bijwerkingen.

UMCG doet mee in groot onderzoek naar effect van kalium op nieren

Ewout  HoornDe Nierstichting heeft 1.25 miljoen euro subsidie toegekend voor een onderzoek waarbij het UMCG, Erasmus MC, LUMC en AMC samenwerken om de mogelijke beschermende rol van kalium-inname op de nier te onderzoeken. Patiënten met nierfalen of ernstige chronische nierschade krijgen een kaliumbeperkt dieet. Recente studies laten echter zien dat juist patiënten die het meeste kalium aten, minder nierschade ontwikkelden. Het verband tussen kalium en nierschade werd in deze studies echter niet direct onderzocht. Daarom is het nog onduidelijk of dit een rechtstreeks effect van kalium is. Dankzij een subsidie van de Nierstichting kan dit nu voor het eerst onderzocht worden.

Ewout Hoorn (projectleider van het consortium): “Als je meer kalium eet, scheiden je nieren niet alleen meer kalium, maar ook meer natrium (zout) uit. Kalium werkt dus als een katalysator om natrium te verwijderen en dat is gunstig voor de bloeddruk. Dit verklaart waarom bij gezonde mensen het innemen van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid kalium helpt om de bloeddruk en nierfunctie gezond te houden. Maar hoe dat in het lichaam precies werkt is nog niet helemaal bekend. En hoe dit werkt bij patiënten met chronische nierschade is helemaal onduidelijk. Als kalium inderdaad de gunstige effecten heeft die wij vermoeden, kan een dieet met meer kalium en minder natrium belangrijke gezondheidswinst boeken bij nierpatiënten.”

Het onderzoek is een samenwerking tussen het Erasmus MC, het UMC Groningen, het Leids UMC en het AMC. Zij gaan onderzoek doen in het lab, maar ook met gezonde mensen en patiënten met verschillende stadia van chronische nierschade, om uit te zoeken of kalium de nierfunctie beïnvloedt, hoe dat werkt, en wat het effect is van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid kalium in het dieet.

Beide onderzoeken starten medio 2017 en hebben een looptijd van vijf jaar. Tom Oostrom (directeur Nierstichting): “De kans dat je resultaten krijgt die écht verschil maken voor patiënten is groter als je in grote projecten onderzoek doet naar de oorzaken, de gevolgen én de behandeling. Dat vereist expertise uit verschillende centra, die je niet zo maar bij elkaar krijgt. Dankzij de giften van onze donateurs kunnen we nu dit onderzoek mogelijk maken.”