Muziek luisteren na stress: ‘Genre maakt niets uit’

Zat je in de stress? Take Me Home, Country RoadsNothing Else Matters of Baby One More Time krijgen je wellicht weer rustig. Psycholoog en muziekwetenschapper Krisna Adiasto ontdekte dat muziekgenre geen rol lijkt te spelen bij de liedjes die we kiezen om te herstellen van stress, maar dat de nummers die werken wel gedeelde kenmerken hebben. Adiasto promoveert op 29 januari aan de Radboud Universiteit.

In een maatschappij waarin voortdurende stress hart- en vaatziekten, burn-out en depressie kan veroorzaken, is het belangrijk naar goede stressverlichting te zoeken. Naast mediteren of een stukje hardlopen, luisteren veel mensen naar muziek om te ontspannen. ‘Onderzoek laat zien dat muziek in combinatie met therapie goede resultaten kan opleveren’, zegt psycholoog Krisna Adiasto. ‘Maar over het luisteren naar muziek op zichzelf is het onderzoek onduidelijk. Niet iedereen voelt zich beter na een paar nummers.’


Muzikale overeenkomsten

Adiasto en zijn collega’s onderzochten welke soort muziek het beste helpt bij stressherstel en waarom. De onderzoekers gebruikten vragenlijsten om 470 deelnemers met verschillende nationaliteiten te vragen naar de nummers die hen beter laten voelen na stress. ‘De antwoorden die we kregen waren verrassend’, zegt Adiasto. ‘Als je naar eerder onderzoek kijkt, zou je denken dat mensen klassieke muziek kiezen, maar het ging van hardstyle tot klassiek en van soundtracks tot ambiente muziek.’ 

Op basis van de vragenlijsten werd een lijst van 1296 nummers samengesteld. De onderzoekers ontdekten dat stressherstellende nummers gemeenschappelijke kenmerken hebben. Adiasto categoriseert ze in twee groepen: rustige nummers in majeur modus, zoals Memories van Maroon 5 en Take Me Home, Country Roads van John Denver, en nummers in mineur modus die gematigd energiek zijn, zoals Shape of You van Ed Sheeran en Nothing Else Matters van Metallica. De nummers worden vaak uitgevoerd in toonsoort E, met een gematigd tempo in 4/4-maat. 

Stresstaak

Tweehonderd mensen namen vervolgens deel aan een online experiment waarin ze een stressvolle taak met een timer moesten doen. Daarna luisterden de deelnemers tien minuten naar muziek: ofwel naar muziek die de onderzoekers hadden uitgekozen op basis van de categorieën, of zelfgekozen muziek of willekeurige muzikale tonen. ‘Mensen die luisterden naar de nummers die wij hadden gekozen of naar hun eigen muziek, herstelden sneller van hun stressgevoel dan de groep mensen die naar willekeurige muzikale tonen luisterden’, zegt Adiasto. ‘Volgens ons komt dat doordat eigen muziek en de door ons gekozen muziek leidt tot cognitieve afleiding, waardoor stress sneller afneemt. De zelfgekozen nummers gaan daarnaast samen met positieve emoties, wat ook een gunstig effect heeft op de afname van stress.’

Aanbevelingen

Hoewel het onderzoek van Adiasto en collega’s laat zien dat luisteren naar muziek op zichzelf dus wél effect heeft op stressherstel, is Adiasto – die momenteel zelf toch het beste ontspant bij klassieke muziek – voorzichtig in het doen van aanbevelingen. ‘Muziek is enorm persoonlijk. Het kan dat een nummer dat niet binnen de twee categorieën past, toch heel goed voor iemand werkt, bijvoorbeeld omdat die persoon heel prettige associaties heeft bij dat nummer.’

Volgens Adiasto is het vooral opmerkelijk dat genre minder invloed heeft dan vaak wordt aangenomen, wat een belangrijk resultaat van het onderzoek is. Hij benadrukt het belang voor muziekonderzoekers om verder te kijken dan genres en zich te richten op audiokenmerken.

Weten wanneer medicatie zin heeft: Precisie-psychiatrie stap dichterbij

Een gangbaar hersenonderzoek kan een belangrijk hulpmiddel zijn bij het bepalen van de juiste behandeling bij depressie. Dit blijkt uit een nieuw grootschalig onderzoek van de Stanford School of Medicine, in samenwerking met Stichting Brainclinics Foundation, Universiteit Utrecht en Universiteit Maastricht. De resultaten zijn zojuist gepubliceerd in Nature Biotechnology.

Mensen met depressieve klachten worden doorgaans behandeld met antidepressiva. Hoewel redelijk succesvol, is er nog altijd een grotere groep mensen bij wie deze behandeling niet helpt. 

Experimenteel psycholoog Martijn Arns van de Universiteit Utrecht is een van de auteurs van een artikel in Nature Biotechnology waarin onderzoekers aantonen dat met EEG het effect van bepaalde antidepressiva is te voorspellen. Arns: “Hoe mooi is het als we al vóór de behandeling weten of medicatie zin heeft?”

Een meerderheid van de mensen met depressieve klachten probeert verschillende antidepressiva, psychotherapie of magnetische hersenstimulatie (rTMS), alvorens ze een adequate behandeling vinden. Arns: “Bij de ontwikkeling van precisie-psychiatrie is het doel om voorbij deze ‘one-size-fits-all’ aanpak te komen (zie afbeelding), en middels biomarkers mensen met depressieve klachten sneller van de juiste behandeling te voorzien.”

Gestratificeerde psychiatrie

Het onderzoek waarbij Arns is betrokken laat zien dat een gangbaar hersenonderzoek – zoals het EEG – goed gebruikt kan worden om een patiënt naar de juiste behandeling te leiden. “Daarmee verhogen we de kans op een succesvolle behandeling. We noemen dit ook wel ‘gestratificeerde psychiatrie’. Deze uitkomst is een belangrijke stap in de richting van gestratificeerde geneeskunde, waarbij behandelkeuze geïnformeerd wordt door specifieke kenmerken van subgroepen, zogenaamde biomarkers.”

Inzet van machine learning

Arns collega’s van de Stanford School of Medicine ontwikkelden een machine learning algoritme dat in EEG’s een biomarker herkent die het effect van het antidepressivum sertraline kan voorspellen. Ditzelfde algoritme werd, in samenwerking met Stichting Brainclinics Foundation en neuroCare, op een EEG-dataset van bijna tweehonderd patiënten die behandeld waren met hersenstimulatie toegepast. “De resultaten lieten zien dat de afwezigheid van de sertraline predictor impliceert dat iemand juist beter zal reageren op een specifiek rTMS protocol (1 Hz), een bewezen effectieve behandeling bij ernstige depressies.” 

Noralie Krepel van Brainclinics, “we willen patiënten zo goed mogelijk helpen, en dit kan daar mogelijk aan bijdragen.”

Gepersonaliseerde psychiatrie

Volgens Arns, naast experimenteel psycholoog aan de Universiteit Utrecht ook onderzoeksdirecteur bij Stichting Brainclinics Foundation, zijn de gepubliceerde bevindingen een goede stap in de richting van precisie-psychiatrie. “Hoe mooi is het als we al vóór de behandeling weten of medicatie zin heeft, of dat het beter is om een andere behandeling zoals bijvoorbeeld psychotherapie of rTMS, toe te passen? Dat is precies waar het in de gepersonaliseerde psychiatrie om gaat.”

Staatssecretaris Blokhuis start campagne om taboe op angststoornissen te doorbreken

Agorafobie, anxietas, anthropofobie en atychifobie. Dit zijn Latijnse benamingen van enkele angststoornissen die centraal staan in de nieuwe Hey-campagne. Angststoornissen vormen de meest voorkomende psychische aandoening in Nederland. Bijna 1 op de 5 volwassenen krijgt er ooit in zijn leven mee te maken. Toch vinden mensen met angstklachten het lastig hierover te praten door schaamte en zelfstigma. Om het gesprek over angst- en paniekklachten op gang te brengen, start staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) vandaag de campagne ‘Hey! Het is oké, maak het bespreekbaar’.

Blokhuis: “Het is belangrijk dat mensen open durven te zijn over psychische klachten, zoals depressie en angststoornissen. Een gesprek met vrienden, familie of je werkgever kan een stap zijn naar de juiste hulp. Soms is erover praten al genoeg, maar er zijn ook mensen die professionele hulp nodig hebben. Hoe eerder je er bij bent hoe groter de kans dat je klachten minder zwaar worden. Daarom moeten we het taboe daarop doorbreken en dat begint vaak met een simpele vraag: Hey…?” 

Jongeren en vrouwen

Vrouwen ontwikkelen vaker een angststoornis dan mannen (resp. 12,5% bij vrouwen tegenover 7,7% bij mannen). Vaak ontstaan angststoornissen al op jonge leeftijd, vanaf 15 jaar (bron: Trimbos Instituut, NEMESIS-2). Uit een recente peiling blijkt eveneens dat mensen met (signalen van) een angststoornis minder last hebben van hun stoornis wanneer zij hierover praten (resp. 48,1% jongeren 16-25 jaar en 52% vrouwen 18-45 jaar). Het zorgt ook voor meer begrip uit de omgeving van bijvoorbeeld vrienden en familie (zegt resp. 59,9% van de jongeren en 63,9% van de vrouwen). Ook zij kunnen een belangrijke rol spelen in het bespreekbaar maken door ernaar te vragen bij signalen.

De angst die je draagt, hoef je niet te verbergen

Voor de campagne zijn verschillende T-shirts ontworpen met de Latijnse benaming van veel voorkomende angst- en paniekstoornissen. Dit maakt mensen nieuwsgierig naar de betekenis. Dat leidt tot gesprekken hierover en daarmee kunnen ze taboedoorbrekend werken. De komende weken laten tientallen mensen letterlijk zien welke angst zij dragen onder het motto: de angst die je draagt, hoef je niet te verbergen. De campagne wordt onder andere gesteund door Marjolijn van Kooten, Dylan Haegens en Ronnie Flex.

Welke partijen doen er mee

Met de campagne ‘Hey! Het is oké, maak het bespreekbaar’ werkt VWS samen met veel partijen die actief zijn op dit terrein, zoals de Angst Dwang en Fobie stichting, MIND, GGD GHOR, Samen Sterk zonder Stigma en verschillende professionals uit de geestelijke gezondheidszorg. Deze campagne maakt deel uit van ‘Hey het is oké’ om praten over psychische aandoeningen te normaliseren en het taboe hierop te doorbreken. Meer informatie is te vinden op .