Weten wanneer medicatie zin heeft: Precisie-psychiatrie stap dichterbij

Een gangbaar hersenonderzoek kan een belangrijk hulpmiddel zijn bij het bepalen van de juiste behandeling bij depressie. Dit blijkt uit een nieuw grootschalig onderzoek van de Stanford School of Medicine, in samenwerking met Stichting Brainclinics Foundation, Universiteit Utrecht en Universiteit Maastricht. De resultaten zijn zojuist gepubliceerd in Nature Biotechnology.

Mensen met depressieve klachten worden doorgaans behandeld met antidepressiva. Hoewel redelijk succesvol, is er nog altijd een grotere groep mensen bij wie deze behandeling niet helpt. 

Experimenteel psycholoog Martijn Arns van de Universiteit Utrecht is een van de auteurs van een artikel in Nature Biotechnology waarin onderzoekers aantonen dat met EEG het effect van bepaalde antidepressiva is te voorspellen. Arns: “Hoe mooi is het als we al vóór de behandeling weten of medicatie zin heeft?”

Een meerderheid van de mensen met depressieve klachten probeert verschillende antidepressiva, psychotherapie of magnetische hersenstimulatie (rTMS), alvorens ze een adequate behandeling vinden. Arns: “Bij de ontwikkeling van precisie-psychiatrie is het doel om voorbij deze ‘one-size-fits-all’ aanpak te komen (zie afbeelding), en middels biomarkers mensen met depressieve klachten sneller van de juiste behandeling te voorzien.”

Gestratificeerde psychiatrie

Het onderzoek waarbij Arns is betrokken laat zien dat een gangbaar hersenonderzoek – zoals het EEG – goed gebruikt kan worden om een patiënt naar de juiste behandeling te leiden. “Daarmee verhogen we de kans op een succesvolle behandeling. We noemen dit ook wel ‘gestratificeerde psychiatrie’. Deze uitkomst is een belangrijke stap in de richting van gestratificeerde geneeskunde, waarbij behandelkeuze geïnformeerd wordt door specifieke kenmerken van subgroepen, zogenaamde biomarkers.”

Inzet van machine learning

Arns collega’s van de Stanford School of Medicine ontwikkelden een machine learning algoritme dat in EEG’s een biomarker herkent die het effect van het antidepressivum sertraline kan voorspellen. Ditzelfde algoritme werd, in samenwerking met Stichting Brainclinics Foundation en neuroCare, op een EEG-dataset van bijna tweehonderd patiënten die behandeld waren met hersenstimulatie toegepast. “De resultaten lieten zien dat de afwezigheid van de sertraline predictor impliceert dat iemand juist beter zal reageren op een specifiek rTMS protocol (1 Hz), een bewezen effectieve behandeling bij ernstige depressies.” 

Noralie Krepel van Brainclinics, “we willen patiënten zo goed mogelijk helpen, en dit kan daar mogelijk aan bijdragen.”

Gepersonaliseerde psychiatrie

Volgens Arns, naast experimenteel psycholoog aan de Universiteit Utrecht ook onderzoeksdirecteur bij Stichting Brainclinics Foundation, zijn de gepubliceerde bevindingen een goede stap in de richting van precisie-psychiatrie. “Hoe mooi is het als we al vóór de behandeling weten of medicatie zin heeft, of dat het beter is om een andere behandeling zoals bijvoorbeeld psychotherapie of rTMS, toe te passen? Dat is precies waar het in de gepersonaliseerde psychiatrie om gaat.”

Nieuw hoopgevend onderzoek naar uitgezaaid oogmelanoom

Het Oogfonds en prof. dr. Martine Jager (LUMC) hebben de krachten gebundeld om nieuw wetenschappelijk oogonderzoek mogelijk te maken naar behandelingen bij uitgezaaid oogmelanoom. Het is de enige levensbedreigende oogziekte en alleen wetenschappelijk onderzoek kan ervoor zorgen dat de diagnose geen doodvonnis betekent. Er is € 30.000,- nodig om dit onderzoek te starten. Het Oogfonds initieert een crowdfundingactie en verdubbelt elke euro die gegeven wordt.

Hoopgevende nieuwe behandelmethoden
Het is erg moeilijk om subsidie te krijgen voor dit onderzoek, omdat slechts 200 Nederlanders jaarlijks de diagnose krijgen. In veel gevallen wordt het oog met de tumor verwijderd, maar dan is het nog de vraag of er geen uitzaaiingen zijn. Oogmelanoomcellen lijken een andere stofwisseling te hebben dan gezonde cellen en prof. dr. Martine Jager (LUMC) zou heel graag een nieuw onderzoek willen starten om te kijken of het aanpakken van de stofwisseling een nieuwe behandelmethode bij uitgezaaid oogmelanoom kan zijn. Prof. dr. Martine Jager doet al sinds 1984 onderzoek naar oogmelanomen. Onderzoeker Mitalesh Singh heeft een vernieuwende onderzoeksrichting ontwikkeld. Singh wil onderzoeken of de stofwisseling van de tumorcellen het immuunsysteem beïnvloedt; met mogelijk behandelingen tot gevolg. Voor oogmelanoom patiënten betekent dit onderzoek een verschil tussen leven en dood. Er is dus hoop, maar onvoldoende geld.

Het verhaal van Sam
Het initiatief is ontstaan bij Sam, hij is voor de zomer geconfronteerd met een oogmelanoom. Zijn hele wereld stond ineens op zijn kop. Gelukkig voor Sam en zijn gezin, valt hij in de laag-risico-groep, waardoor hij ‘slechts’ 10-15% kans heeft op uitzaaiingen in de komende 5 jaar. Een spannend gegeven. Voor patiënten die in de hoog-risico-groep vallen is het toekomstperspectief heel anders en daarom kwam hij in actie! Sam heeft met zijn gezin al meer dan € 10.000,- weten te verzamelen door mee te doen aan de Zevenheuvelenloop afgelopen november.

Oogfonds crowdfunding
Het Oogfonds wil de inzamelingsactie van Sam voortzetten door het ontbrekende bedrag aan te vullen door crowdfunding. We maken het doneren extra aantrekkelijk, doordat elke euro die wordt gedoneerd, ook nog eens wordt verdubbeld door het Oogfonds. En de gever ontvangt een uniek cadeau naar keuze. Een win-win situatie, helemaal in voorbereiding op de komende feestdagen.

De unieke combinatie die telt voor iedere astma en COPD patiënt

Teva en Spruyt hillen hebben 26 november jl. de handtekeningen gezet onder een samenwerking die extra zekerheid biedt aan patiënten met astma en COPD. Vanaf vandaag zullen de CountAir® dosisteller en de voorzetkamer OptiChamber Diamond beschikbaar zijn in een combinatieverpakking. De unieke samenwerking zorgt ervoor dat iedere astma of COPD patiënt weet hoeveel doseringen er nog in zijn inhalator zitten.

Medische richtlijnen, zoals die van de LAN (Long Alliantie Nederland) en het NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap), geven aan dat de voorkeur uitgaat naar een inhalator met een teller. Veel patiënten blijven hun inhalator gebruiken terwijl er onvoldoende medicatie meer in de inhalator zit. Hierdoor krijgen zij geen of te weinig werkzame stof binnen.

Uit onderzoek blijken de grote voordelen van een teller: 45% minder bezoek aan de spoedeisende hulp en minder ziekenhuisopnames voor long-gerelateerde klachten[i],[ii],[iii]. Toch zijn er in Nederland meer dan 600.000 patiënten die op dit moment longmedicatie via een dosisaerosol gebruiken waar geen teller op zit. Ook staat in dezelfde richtlijnen dat een dosisaerosol bij voorkeur voorgeschreven dient te worden met een voorzetkamer. Zonder voorzetkamer komt het medicijn vaak niet in de longen maar in mond of keel terecht. De hand-long coördinatie die nodig is om een inhalator correct te gebruiken is voor de meeste patiënten moeilijk. Een voorzetkamer voorkomt deze inhalatiefouten en helpt dat de medicatie daar terecht komt waar het nodig is: in de longen. 

Teva en Spruyt hillen hebben elkaar gevonden in de visie om het gebruik van medicatie te optimaliseren en oplossingen te bieden aan patiënten met astma en COPD. De patiënt kan erop vertrouwen dat de inhalator nog voldoende medicatie bevat en dat de medicatie de longen ook werkelijk bereikt. Een unieke combinatie die telt!

General Manager Jan Willem Scheer van Teva is trots op deze samenwerking: “Door het combineren van de CountAir® met de OptiChamber Diamond hoeven patiënten niet meer te twijfelen of er nog voldoende pufjes in hun inhalator zitten”. Kirsten Dam, General Manager van Spruyt hillen voegt hieraan toe: “Iedere astma of COPD patiënt moet kunnen weten hoeveel doseringen er nog in zijn inhalator zitten. Wij zijn blij met de unieke samenwerking met Teva, hierdoor kunnen wij nog meer patiënten een stukje vrijheid teruggeven”.