Tandartsen vernieuwen publiekswebsite over mondzorg

De beroepsvereniging van tandartsen KNMT lanceert vandaag de vernieuwde publiekswebsite Allesoverhetgebit.nl. Zowel de vormgeving als de inhoud van de website zijn opgefrist. Ook is de site beter toegankelijk gemaakt voor verschillende apparaten, zoals smartphones en tablets. Patiënten vinden op Allesoverhetgebit.nl antwoord op vragen over verzorging van en pijn en aandoeningen in de mond.  Jaarlijks maken zo’n 150.000 mensen gebruik van de site.

De website biedt informatie over mogelijke behandelingen en geeft inzicht in de kosten en de rekening van de tandarts. Er is ook aandacht voor preventie, met tips om het gebit en de mond gezond te houden. De teksten op Allesoverhetgebit.nl zijn geschreven in duidelijke taal en worden verhelderd met afbeeldingen, illustratie of videomateriaal.

Handig voor en na tandartsbezoek
De site is niet alleen handig vóór een bezoek aan de tandarts, maar ook erna.  Want uit onderzoek blijkt dat mensen minder dan de helft onthouden van wat een arts tijdens een consult vertelt. Zo werkt de website ondersteunend voor tandartsen en patiënten; met extra uitleg in aanvulling op de persoonlijke consulten. Ook voor andere zorgverleners is de website een handig hulpmiddel om patiënten naar door te verwijzen.

Betrouwbaar en transparant
KNMT-voorzitter Aad van der Helm licht toe: ‘Als beroepsvereniging staan wij samen met alle partners die inhoudelijk meewerken aan de website garant voor de betrouwbaarheid van de informatie. We willen patiënten transparantie bieden over de mondzorg en ook betrekken bij de keuzes en afwegingen die een tandarts maakt. Daarmee krijgen ze meer inzicht in  de behandeling en de bijbehorende kosten en weten ze precies waar ze aan toe zijn. Bovendien dragen we met de website bij aan preventie en zelfzorg. Zo kunnen we samen zorgen voor goede mondgezondheid. En dat is van levensbelang, want een gezonde mond is van invloed op de gehele gezondheid.’

Schippers: samen beslissen is de standaard

Elke patiënt moet kunnen meebeslissen over zijn behandeling, op voet van gelijkwaardigheid. Dat is de ambitie van minister Edith Schippers (VWS). Het blijkt dat de patiënt dan niet alleen meer tevreden is maar bovendien ook medisch gezien verstandiger keuzes maakt en zich beter houdt aan de gekozen behandelstrategie.

´De tijd dat mensen klakkeloos het advies van hun dokter opvolgden, ligt achter ons. Mensen willen betrouwbare, begrijpelijke informatie over hun aandoening en ze willen die informatie makkelijk kunnen vinden. Zij willen weten welk ziekenhuis goede resultaten haalt. Zij willen weten welke arts de meeste ervaring heeft en welke opties er zijn als het gaat om de behandeling, in hun persoonlijke situatie,´ aldus Schippers.

De afgelopen jaren is een begin gemaakt om de positie van de patiënt te verbeteren en er is ook al aantoonbaar een hoop verbeterd. Maar te vaak nog hebben patiënten te weinig informatie over behandelopties en over de kwaliteit van leven die zij in hun persoonlijke situatie te winnen hebben. Schippers spreekt haar waardering uit voor alle partijen in de zorg die zich momenteel bijzonder hard inzetten om samen beslissen de standaard te maken.

VWS pakt regie
Er gebeurt zoveel op terreinen die zo nieuw zijn, dat de sector naast financiële steun, ook organisatorisch ondersteuning nodig heeft, daarom pakt VWS de regie: samen beslissen in de spreekkamer is de standaard, ook na het jaar van de transparantie moet het proces zo robuust zijn dat het vanzelfsprekend doorloopt. Naast het oprichten van een netwerk met verschillende deskundigheid, zal Schippers ook een programma starten waarbinnen kan worden geëxperimenteerd, in een regelvrije ruimte.

Jaar van Transparantie
Schippers heeft in maart het Jaar van de Transparantie uitgeroepen. In dit jaar worden 30 aandoeningen transparant. Een enorme opgave: Hierbij horen tientallen verschillende acties die er op gericht zijn de informatiepositie van de patiënt te verbeteren. Zo zijn onder andere de website www.kiesbeter.nl en www.zorgkaartnederland.nl uitgebreid en voorzien van nieuwe informatie. Ook is er sinds augustus een Infolijn KiesBeter beschikbaar via 020 – 797 8985 Hier kunnen mensen terecht met vragen over de kwaliteit van zorgaanbieders. Op de websites van verzekeraars is vanaf dit jaar te vinden welke zorgaanbieders zij gecontracteerd hebben.

Zorggebruik bij diëtist blijft achter bij behoefte

Mensen met overgewicht en obesitas maken minder gebruik van een diëtist dan je op grond van de gezondheidsrisico’s zou verwachten. Daarbij spelen verschillende factoren een rol, zoals de bereidheid om af te vallen, de rol van financiers en het contact tussen huisarts en diëtist. Dat blijkt uit onderzoek van Jacqueline Tol, dat ze uitvoerde bij het NIVEL, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Tol promoveert op vrijdag 6 november aan Tilburg University.

De diëtist in de eerstelijnszorg behandelt regelmatig mensen met overgewicht of obesitas. Maar hoewel deze aandoeningen vaak voorkomen en een verhoogd gezondheidsrisico met zich meebrengen, is het zorggebruik bij diëtisten niet hoog. Jacqueline Tol onderzocht welke factoren het achterblijvende gebruik kunnen verklaren. Ze maakte daarvoor gebruik van vragenlijsten die ze voorlegde aan huisartsen, diëtisten en patiënten, en van gegevens uit patiëntendossiers.

Vergoeding verzekeraars
Vanaf 2012 werd dieetadvisering niet meer voor iedereen vergoed vanuit de basisverzekering. Dat resulteert in ongelijke toegang tot dieetadvisering, stelt de onderzoeker. Het gemiddelde aantal patiënten dat een diëtist bezocht daalde tussen 2011 en 2012 met 32%. Vanaf 2013 werd weer 3 uur aan dieetadvisering vergoed.

Doorverwijzing
Daarnaast blijken huisartsen slechts de helft van de patiënten met obesitas door te verwijzen voor voedings- of dieetadvies. Huisartsen die zelf overgewicht hebben, verwijzen minder vaak door en huisartsen die vaak contact hebben met een diëtist juist meer. Huisartsen ouder dan 48 jaar en huisartsen die een gezond gewicht belangrijk vinden, brengen overgewicht vaker ter sprake.

Bereidheid af te vallen
Ongeveer de helft van de volwassenen met overgewicht is doorgaans bereid om af te vallen, zo blijkt verder uit het onderzoek. Over het algemeen zijn mensen met een hoger opleidingsniveau, ongehuwden en mensen die positief denken over diëtisten eerder bereid om op dieet te gaan. Dat willen ze meestal ook zelfstandig doen. Pas als de gezondheid verder verslechterd is, overwegen ze om een zorgverlener in te schakelen.

Aanbevelingen
Volgens Tol verdient het bespreken van het lichaamsgewicht bij patiënten met matig overgewicht meer aandacht, vooral bij jonge huisartsen. Ook zou versterking van de samenwerking tussen huisartsen en diëtisten het verwijspercentage kunnen verhogen. Patiënten, huisartsen, diëtisten, zorgverzekeraars en beleidsmakers hebben volgens Tol een gedeelde verantwoordelijkheid om gewichtsmanagement in de eerstelijnszorg te verbeteren.