90 miljoen voor inzet technologie bij zorg thuis

Hugo de Jonge.

Inzet van technologie kan voor veel ouderen met een chronische ziekte of beperking van betekenis zijn, om met een goede kwaliteit van leven zelfstandig te kunnen blijven wonen. Om de inzet van zulke e-health toepassingen toe te laten nemen, investeert het kabinet de komende jaren 90 miljoen euro via een stimuleringsregeling. Aanbieders van zorg en ondersteuning kunnen dit voorjaar samen met inkopers dit voorjaar daarvoor plannen indienen.

De toepassing van technologie in de zorg en ondersteuning wordt steeds belangrijker. Door e-health kan beter en effectiever zorg en ondersteuning verleend worden en het kan zorgmedewerkers ontlasten.  Voor de ouderen of chronisch zieken en hun mantelzorgers draagt e-health onder andere bij aan meer regie en meer bewegingsvrijheid en zorgt het ervoor dat zij met een grotere kwaliteit van leven langer thuis kunnen wonen. Om deze redenen zet minister De Jonge (VWS) in het programma Langer Thuis in op het op grotere schaal gebruiken van e-health. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om valsensoren, elektronische sleuteloplossingen, wondverzorging op afstand, communicatieplatforms tussen professionals onderling en de cliënt, leefstijlmonitoring, maar ook technologie die een mantelzorger in staat stelt op afstand in de gaten te houden hoe het met zijn naaste gaat.

Stimuleringsregeling E-Health Thuis

Ondanks de toegevoegde waarde en de toename van het aantal innovatieve toepassingen, blijken in de praktijk barrières te bestaan voor ouderen, professionals, aanbieders van ondersteuning en zorg en inkopers om op grotere schaal met e-health toepassingen te gaan werken. Ouderen en professionals hebben soms training nodig om te leren hoe ze de e-health toepassing gebruiken. Werkprocessen en inkoopcontracten vragen vaak aanpassing. Met de Stimuleringsregeling E-Health Thuis wordt een stevige impuls gegeven aan innovatieve en digitale zorg thuis, die ouderen zelfredzamer maken en eraan bijdragen dat ouderen langer veilig en verantwoord thuis kunnen wonen.
Er zijn al veel e-health toepassingen ontwikkeld die bruikbaar zijn voor deze mensen, maar minister De Jonge wil graag dat die voor meer cliënten beschikbaar komen als onderdeel van de reguliere ondersteuning en zorg. De komende 3 jaar is er jaarlijks € 30 miljoen beschikbaar om op grotere schaal en structureel e-health in te zetten in de reguliere zorg en ondersteuning van ouderen en mensen met een (risico op) chronische ziekte of beperking die thuis wonen. Vanuit de regeling kunnen in totaal ongeveer 280 initiatieven bekostigd worden. Aanbieders van Wmo-ondersteuning, Zvw- of Wlz- zorg thuis kunnen samen met één (of meer) inkopers van ondersteuning en zorg een aanvraag indienen. Vanaf 1 maart 2019 staat de regeling open voor aanvragers.

Langer Thuis

Het aantal ouderen neemt toe in Nederland van zo’n 1,3 miljoen 75-plussers in 2019 tot 2,1 miljoen in 2030. Ouderen worden ook ouder, blijven langer vitaal en wonen als gevolg daarvan langer zelfstandig thuis. In het programma Langer Thuis wordt ingezet op het verbeteren van drie belangrijke randvoorwaarden voor een goede kwaliteit van leven voor de groeiende groep thuiswonende ouderen. Het programma Langer Thuis is samen met de programma’s Eén tegen Eenzaamheid en Thuis in het Verpleeghuis onderdeel van het Pact voor de Ouderenzorg waarin 2018 rum 200 partijen zich committeerden aan het verbeteren van de zorg voor onze ouderen door de strijd aan te gaan tegen eenzaamheid, de kwaliteit van de verpleeghuiszorg te verbeteren en thuiswonen beter mogelijk te maken.

Zware pijnstiller onder de loep

fentanylpleister

Dat de pijnstiller fentanyl levensgevaarlijk kan zijn, was al bekend. Het middel werd popartiest Prince in 2016 fataal. Promovenda Evelien Kuip onderzocht wat de belangrijkste risicofactoren zijn.

Partydrug
Fentanyl is een opiaat dat tientallen malen sterker is dan morfine. “Het wordt in de Verenigde Staten en Canada ook veel gebruikt als partydrug maar in Nederland lijkt dat vooralsnog minder te gebeuren. Het gebruik voor medische doeleinden is wel toegenomen de laatste jaren”, weet Evelien Kuip, internist-oncoloog.  Ze promoveert op 6 februari op haar onderzoek naar de werking van fentanyl.

Ernstige pijn
Kuip en collega’s zagen in de praktijk geregeld kankerpatiënten die fentanyl gebruikten en plotseling last kregen van ernstige pijn of verschijnselen van overdosering. “Terwijl de dosis die zij innamen onveranderd was, bleek de concentratie van het middel in het bloed ineens aanzienlijk hoger of lager”, licht Kuip toe. “Het middel wordt vaak gebruikt door patiënten voor wie een ziekenhuisopname een ernstige verstoring van hun laatste levensfase betekent. Wij wilden dus graag achterhalen wat deze onverwachte veranderingen veroorzaakt.”

Risicofactoren
Kuip onderzocht diverse manieren van toediening van de pijnstiller, zoals een fentanyl-pleister of een pilletje in de wang of onder de tong. Ook onderzocht ze meerdere combinaties met medicijnen. Uit het onderzoek kwamen drie risicofactoren naar voren voor plotselinge onder- of overdosering:

  • Verhitting van de fentanyl-pleister: door bijvoorbeeld koorts, douchen, of in de zon liggen wordt de huid warm, zetten de bloedvaten uit en wordt de fentanyl sneller opgenomen. Dit kan leiden tot een overdosis.
  • Leverfalen: als de lever de fentanyl niet kan afbreken, blijft het medicijn aanwezig in het bloed wat een overdosis kan veroorzaken.
  • Combinatie met andere medicatie; van onder andere HIV-remmers en antischimmel-medicatie is aangetoond dat zij de werking van fentanyl tegengaan.

Combinatie
Erasmus MC’s hoogleraren Ron Mathijssen en Karin van der Rijt begeleidden Kuip in haar onderzoek. Mathijssen: “We weten nu meer van wat er mis kan gaan, maar het onderzoek heeft ook aangetoond dat onder andere aprepitant – een veelgebruikt middel tegen misselijkheid door chemo – wel veilig gebruikt kan worden in combinatie met fentanyl. Het blijft een zeer geschikte pijnstiller voor kankerpatiënten, maar voorschrijvers moeten goed kijken naar factoren die van invloed kunnen zijn bij gebruik van dit middel.”

Vrouwen vinden stoppen met snurken in 2019 belangrijker dan mannen

Apneu

Uit intern onderzoek van de Kliniek voor Snurken en Apneu Nederland blijkt dat vooral vrouwen stoppen met snurken een belangrijk voornemen voor 2019 vinden. 

Tijdens de eerste week van januari merkt de kliniek een stijgende vraag van vrouwen die hun snurkprobleem willen oplossen.

Vrouwen blijken zich niet enkel te storen aan het snurken van hun partner, zij ervaren hun eigen gesnurk ook als zeer hinderlijk en vervelend. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat snurkende dames hun gesnurk niet charmant en sexy vinden. 
Zij schamen zich vooral voor hun vriendinnen tijdens vriendinnenuitjes. 
Het blijkt echter ook dat de ondervraagde mannen snurken niet zo’n probleem vinden. 
Mannen vinden hun eigen snurken “mannelijk” en als hun partner snurkt wordt dat eerder als “lief” ervaren. 

Nederland telt zo’n 4 miljoen chronische snurkers. Hiervan is 60% man en 40% vrouw.
Snurken is een groot maatschappelijk probleem. Iedereen snurkt wel eens of kent iemand die snurkt.
De grote boosdoener van het snurken is de tong. 
De spieren verslappen tijdens de slaap, de tongspier verslapt ook en zakt de luchtweg in en veroorzaakt een vernauwing. 
Hierdoor komen er trillingen vrij, wat het snurkgeluid is.
Snurken is veelal familiair. De bouw van het lichaam en de genen kunnen een oorzaak zijn van snurken. 
Ook alcohol, medicijngebruik, overgewicht en bij dames wisselende hormoonspiegels kunnen snurken veroorzaken.

Woordvoerder Olivier Tielemans:
Snurken is van alle tijden, echter zien wij ineens een groei aan vraag om het snurken te behandelen onder dames. 
In het verleden werd vaak gedacht dat enkel mannen snurken of mensen met flink wat overgewicht. 
Inmiddels weten wij dat dit een fabeltje is en ook dames met een vetpercentage van 10% kunnen snurken.