Ruim driekwart van de Nederlanders gelooft dat suiker verslavend is

Afbeeldingsresultaat voor suikerNederland behoort tot de top 10 landen als het gaat om suikerconsumptie. 77% van de shoppers gelooft dat suiker (in meer of mindere mate) verslavend is. Toch is men (nog) niet erg kritisch met suiker bezig wanneer zij daadwerkelijk in de supermarkt staan.

Waar de norm 50 gram per dag is (1 suikerklontje weegt 4,4 gram), krijgt de gemiddelde Nederlander gemiddeld 102,4 gram suiker binnen*. Er is steeds meer aandacht voor suiker op de winkelvloer. Toch geeft slechts de helft aan regelmatig of altijd op suiker te letten bij het kopen van voedingsmiddelen en dranken.

Dit blijkt uit GfK onderzoek naar de houding en gedrag van de shopper ten aanzien van suiker.

Calorie-inname en overgewicht zijn de grootste zorgen als het gaat om suikerconsumptie. Hoe mensen naar suiker kijken verschilt per productcategorie. Bij frisdrank is men relatief bewust bezig met suiker en zoetstoffen. Bij ‘zoetigheid’ zoals chocolade candybars, koekjes en ijs let tweederde van de kopers nooit op suiker en accepteert gewoon dat het er in zit. Tandbederf is de grootste zorg bij de categorie snoep.

Men vermindert de suikerconsumptie door gewoonweg minder vaak producten met grote hoeveelheden suiker te kopen. Wanneer de shopper wel kiest voor een zoet product met suiker, lijkt de hoeveelheid suiker geen issue te zijn.

Om kunstmatige zoetstoffen, als alternatief voor suiker, staat de shopper niet te springen. De helft van de shoppers denkt zelfs dat kunstmatige zoetstoffen slecht voor je zijn.

Bijna een derde van de Nederlandse shoppers wil in de toekomst meer op suiker letten. 60% weet echter niet meer wat te geloven over suiker en vindt de informatie over suiker in producten vaak onduidelijk.

*Bron: FD Research, EHLA, Euromonitor.

NVWA: veel voedingssupplementen bevatten farmacologisch actieve stoffen

Ruim 60% van de onderzochte voedingssupplementen bevat 1 of meer (verboden) farmacologisch actieve stoffen. Consumenten kunnen niet van de verpakking afleiden dat deze stoffen in het voedingssupplement voorkomen en in welke concentratie. Dat is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in 2015 en 2016 deed naar voedingssupplementen als libidoverhogers, afslankpreparaten en zogenoemde ‘fatburners’ en ‘pre-work-out-producten’. De NVWA heeft daar waar mogelijk maatregelen genomen tegen de overtredende bedrijven; de onveilige producten zijn van de markt gehaald. Toch moeten consumenten die dit type voedingssupplementen gebruiken alert zijn.

Gezondheidsrisico
Farmacologisch actieve stoffen beïnvloeden de fysiologische functies (bijvoorbeeld de stofwisseling of bloeddruk) van mensen en dieren. Voorbeelden van stoffen die voorkomen in de onderzochte supplementen zijn sildenafil, sibutramine, amfetamine-achtige stoffen zoals synefrine en cafeïne. Ze kunnen leiden tot een hoge bloeddruk, een verhoogd hartritme of andere aandoeningen. Een aantal van deze stoffen komt ook voor in (geregistreerde) geneesmiddelen. Sommige van deze stoffen zijn verboden. De consument kan aan de hand van de verpakking niet voorspellen of een supplement een farmacologisch actieve stof bevat en in welke concentratie dat in het supplement voorkomt. Dit brengt gezondheidsrisico’s met zich mee omdat de consument zich niet van de aanwezigheid van deze stoffen bewust is. Daarnaast kan de ene stof de werking van een andere stof versterken. Extra gevaar ontstaat wanneer een consument een supplement niet gebruikt volgens het voorschrift, bijvoorbeeld door meer pillen te slikken. Ook als hij of zij andere medicijnen gebruikt of het lichaam belast door extra inspanning te leveren, bijvoorbeeld door te sporten, kan dit grotere risico’s opleveren.

Onderzoek
De afgelopen jaren kreeg de NVWA verschillende signalen over de aanwezigheid van farmacologisch actieve stoffen in voedingssupplementen. Via het Europese meldingensysteem RASFF kwamen tussen 2010 en 2014 ruim 60 meldingen hierover binnen. De meldingen gingen vooral over supplementen die worden gebruikt om af te slanken zoals ‘fatburners’, middelen om prestaties te bevorderen (‘pre-work-outs’) of het libido te verhogen. Reden voor de NVWA om onderzoek te doen naar dit type voedingssupplementen op de Nederlandse markt. In totaal werden 160 monsters genomen. Van de 42 monsters van libidoverhogende supplementen bleken 32 monsters positief; van de 118 monsters van afslankpreparaten, ‘fatburners’ en ‘pre-work-out-producten’ waren 66 monsters positief. In totaal zijn 40 boeterapporten opgemaakt op basis van overtredingen op de Geneesmiddelenwet, het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten, de Verordening betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten en de Algemene levensmiddelenverordening.

Advies voor consumenten
In principe hebben de meeste mensen geen voedingssupplementen nodig. Wilt u toch een supplement gebruiken, denk dan goed na over de mogelijke risico’s. Voor (top)sporters is het belangrijk om alleen middelen te gebruiken die op doping zijn getest via het Nederlands Zekerheidssysteem Voedingssupplementen Topsport (NZVT). Sommige farmacologisch actieve stoffen in voedingssupplementen staan namelijk ook op de dopinglijst. Verder is het van belang om het doseringsadvies op de verpakking op te volgen en niet meerdere producten tegelijkertijd te gebruiken. Bel direct een arts en vermeld het gebruik van een voedingssupplement wanneer er symptomen optreden die u niet vertrouwt. Doe daarnaast ook een melding bij de NVWA en het Bijwerkingencentrum Lareb. Geef hierbij duidelijk aan welk voedingssupplement ingenomen is en waar het gekocht is.

Meer aandacht voor voeding bij kanker

10 aanbevelingen“We zijn er niet alleen om mensen te helpen gezonde keuzes te maken in voeding en leefstijl om de kans op kanker te verkleinen, maar ook voor alle vragen hierover tijdens en na kanker.” Dat is de nieuwe koers van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds, en tevens de boodschap van de nieuwe landelijke campagne ‘Er is zoveel te bereiken’ die maandag van start is gegaan.

Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds is vooral bekend van de 10 aanbevelingen om de kans op kanker te verkleinen. Met de nieuwe campagne maakt het kankerfonds bekend dat het er ook is voor mensen met vragen over voeding en leefstijl tijdens en na behandeling van kanker.

Nog steeds krijgt 1 op de 3 mensen in Nederland kanker, en deze mensen hebben veel vragen over voeding en leefstijl. (Ex)patiënten, hun naasten en zorgprofessionals; mensen willen weten wat ze kunnen doen om de kans op overleving te verhogen en de kwaliteit van leven te verbeteren. Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds ziet het als haar taak om ook hierbij te helpen.

In de nieuwe koers voor de komende jaren geeft het Wereld Kanker Onderzoek Fonds meer aandacht voor de rol van voeding en leefstijl tijdens en na kanker, in zowel onderzoek als voorlichting. Het doel is om meer kennis op te doen en te delen over wat voeding, beweging en lichaamsgewicht kunnen betekenen voor de overleving van kanker en de kwaliteit van leven tijdens en na behandeling.

Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds werkt vanaf nu samen met experts van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), Wageningen University & Research en de Landelijke Werkgroep Diëtisten Oncologie (LWDO) aan voedingenkankerinfo.nl, het platform voor advies over voeding tijdens en na behandeling van kanker op basis van onderzoek en praktijkervaring.

Er is veel ruimte voor verbetering in de voeding en leefstijl van mensen in Nederland. Volgens onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) eet vrijwel niemand in Nederland volgens de nieuwe Schijf van Vijf. Zo haalt maar 10 procent van de volwassenen de aanbevolen hoeveelheid van 200 gram groente en 200 gram fruit. Ongeveer de helft eet voldoende volkorenproducten. Nederlanders eten te veel verzadigd vet en zout, en te weinig vezels.

Nadia Ameyah, directeur van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds: “Met de campagne wil het Wereld Kanker Onderzoek Fonds mensen informeren dat we er voor ze zijn. Wij helpen ze gezonde keuzes te maken in voeding en leefstijl om sterker te staan tegenover kanker. Want hiermee is er zoveel te bereiken. Wij willen dat door gezonde keuzes in voeding en leefstijl minder mensen kanker krijgen, meer mensen kanker overleven en de kwaliteit van leven tijdens en na kanker toeneemt.”