Chaos rondom zorgverzekering chronisch zieken en gehandicapten

De gemeentelijke tegemoetkomingen voor chronisch zieken en gehandicapten verschillen sterk per gemeente. Dat blijkt uit onderzoek van het Zorgverzekering Informatie Centrum (Z.I.C.). Speciaal voor chronisch zieken, gehandicapten en mensen met een minimum inkomen bieden gemeenten een ‘gemeentepakket’ of ‘collectieve zorgverzekering voor minima’ aan. Uit het onderzoek, waarin alle 393 gemeenten zijn onderzocht, blijkt dat de verschillen zo groot zijn dat die kunnen oplopen tot wel honderden euro’s per jaar.

Grote verschillen per gemeente
Sinds 1 januari 2015 compenseren gemeenten voor het afschaffen van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de regeling Compensatie eigen risico (Cer). Na het afschaffen van deze regelingen hebben gemeenten beleidsvrijheid gekregen om chronisch zieken en gehandicapten tegemoet te komen. Het gevolg hiervan is echter dat tussen gemeenten grote verschillen zijn ontstaan in het gemeentelijk minimabeleid.

Gemeentelijke bijdrage
Het merendeel van de gemeenten heeft ervoor gekozen de financiële compensatie voor het wegvallen van de Wtcg en Cer te verwerken in een collectieve zorgverzekering voor minima. Zo geeft een aantal gemeenten een bijdrage voor de zorgpremie, terwijl andere gemeenten hebben besloten niet mee te betalen aan de premie. In dat laatste geval moeten minima de gehele zorgpremie zelf betalen.

Honderden euro’s verschil
De verschillen in de bijdragen van gemeenten kunnen oplopen tot enkele honderden euro’s per jaar. Minima uit de gemeente Pijnacker-Nootdorp betalen op jaarbasis bijvoorbeeld ruim 350 euro meer voor exact dezelfde zorgverzekering dan minima uit de gemeente Zoetermeer. Dit komt omdat de gemeente Zoetermeer maandelijks ruim 30 euro meebetaalt aan de premie voor de collectieve zorgverzekering. Daarentegen ontvangen minima in de gemeente Pijnacker-Nootdorp helemaal geen gemeentelijke bijdrage voor de zorgpremie.

Inkomensgrens verschilt per gemeente
Een ander knelpunt is het verschil in de bijstandsnorm die gemeenten hanteren. Zo bieden sommige gemeenten de polis aan voor minima met een inkomen tot 150 procent van de bijstandsnorm, terwijl minima in andere gemeenten alleen een collectieve zorgverzekering kunnen aanvragen indien zij minder verdienen dan 110 procent van de bijstandsnorm.

De resultaten van het onderzoek, inclusief de gegevens per gemeente, zijn gepubliceerd op de website van het Zorgverzekering Informatie Centrum.

Door gebrek aan informatie kiest consument meer voor A-merk in plaats van een identiek huismerk

Wanneer mensen pijnstillers kopen tegen hoofdpijn, maar ook bij de aankoop van zout en suiker, kiezen ze voor het A-merk, zelfs wanneer er goedkopere huismerken zijn met precies dezelfde samenstelling. Dat kan verklaard worden door gebrek aan productkennis en informatie, blijkt uit een grootschalig onderzoek in Amerika van de Tilburgse econoom Bart Bronnenberg en collega’s van de Universiteit van Chicago in de Quarterly Journal of Economics.

De onderzoekers ontdekten dat hoe beter de consument geïnformeerd is over pijnstillers, des te groter is de kans dat hij voor het huismerk kiest. Mensen met medische kennis kopen dus vaker pijnstillers van een huismerk dan van een A-merk. Zo ook kopen professionele koks veel minder A-merken zout en suiker dan zij die niet beroepsmatig in de keuken staan, terwijl beide producten identiek zijn.

Product-experts kopen eerder huismerk pijnstillers
Data van meer dan 77 miljoen winkelbezoeken tussen 2004-2011 werden geanalyseerd en de kennis en beroepsmatige achtergrond van de consumenten werden gelinkt aan hun aankoop van een A- of huismerk pijnstiller. Zo weten verpleegkundigen en apothekers veel beter dan de gemiddelde consument welke ingrediënten in pijnstillers zitten. Wat bleek, slechts 9% van de apothekers kocht het A-merk tegenover 26% van de consumenten. Bij zout, suiker en bakpoeder waren de A-merken goed voor 40% van de totale omzet, maar onder chef-koks zakte dit aandeel tot 23%.

Meerprijs voor A-merken
Het onderzoek werd uitgebreid naar 51 verschillende gezondheidsproducten, zoals middelen tegen verkoudheid, vitamines en contactlenzenvloeistof, en leverde ook daar het resultaat op dat experts minder A-merken kopen. Dit betekent dat experts minder bereid zijn om de meerprijs te betalen voor A-merken dan niet-experts. Echter, dit geldt niet voor het merendeel van 241 voedsel- en drinkwaren die ook werden onderzocht. Voor veel voedsel- en drinkwaren geldt dat, anders dan bij suiker en zout, de samenstelling van huismerken en A-merken verschillend zijn. De effecten van productkennis zijn voor zulke producten veelal klein of afwezig. Consumenten werkzaam als chef-koks blijken wel bereid om de meerprijs te betalen voor de A-merken van veel voedsel- en drinkwaren.

Verschuiving in marktaandelen van A- en huismerk
Als alle consumenten de informatie van experts ook hebben, kan dat tot grote verschuivingen leiden in de marktaandelen van A- en huismerken in gezondheidsproducten. Uit vervolgonderzoek moet blijken welke gevolgen het beter informeren van consumenten nog meer kan hebben, bijvoorbeeld dat zij andere producten of andere hoeveelheden gaan kopen.

Vraag is wat de politiek en consumentenbelangenverenigingen met de uitkomsten doen? En gelden de conclusies van het Amerikaanse onderzoek ook voor de Nederlandse markt? Bronnenberg vermoedt dat de Nederlandse consument door overheidscampagnes en voorlichting van artsen al beter geïnformeerd is dan de gemiddelde Amerikaanse consument.

Bart Bronnenberg is hoogleraar Marketing en doet o.a. onderzoek naar merkentrouw, retailing, branding en zoekgedrag van consumenten. Hij publiceert in gezaghebbende wetenschappelijke tijdschriften en heeft diverse ‘Best Paper Awards’ ontvangen. Bronnenberg is ook editor van gerenommeerde vaktijdschriften als International Journal of Research in Marketing, Marketing Science, en Quantitative Marketing and Economics.

Alzheimer Nederland toert rond met grootste collectebus van Nederland

Het begon met een woordgrap maar wordt nu realiteit: van 9 tot en met 14 november rijdt ‘de grootste collectebus voor een toekomst zonder alzheimer’ door Nederland. De tot collectebus omgetoverde touringcar van Connexxion doet iedere dag een grote stad aan om extra geld op te halen tijdens de collecteweek. Maar vooral: om zo veel mogelijk aandacht te vragen voor dementie in de grote steden.

Gea Broekema-Procházka, directeur Alzheimer Nederland: “Wij hebben 20.000 actieve collectanten in het land, zij collecteren vooral buiten de grote steden. In de stad is echt een tekort aan collectanten. Daar gaan we nu verandering in brengen. Connexxion brengt extra collectanten naar de grote steden om daar een handje te helpen. En dat is hard nodig.”

Dementie de grootste doodsoorzaak in Nederland
De jaarlijkse collecte is een belangrijke bron van inkomsten voor Alzheimer Nederland. De noodzaak om een oplossing te vinden ter preventie of genezing van de ziekte wordt steeds groter. In 2014 was dementie voor het eerst doodsoorzaak nummer 1 in Nederland (bron: CBS). Dagelijks worstelen honderdduizenden mensen met de gevolgen van dementie. Als patiënt, of als naaste. Naar verwachting hebben in 2040 een half miljoen mensen dementie. En daarvan wonen veel mensen in de grote steden.

De ambitie
Met de opbrengst van de collecte maakt Alzheimer Nederland belangrijk onderzoek mogelijk, zodat we in de toekomst dementie kunnen voorkomen én genezen. En daarnaast helpt de organisatie bij het verbeteren van de kwaliteit van leven voor mensen met dementie én hun naasten. Broekema-Procházka: “Vorig jaar haalden de collectanten 1,5 miljoen euro op. Een geweldig bedrag. Dat resultaat heeft ons gesterkt in het vergroten van onze ambitie. We willen doorgroeien naar 2 miljoen euro. Dat maakt ons nog sterker in de strijd tegen dementie”.

Ludieke actie in samenwerking met bekende sprekers en artiesten
Met de grootste collectebus laat Alzheimer Nederland zien dat collecteren anno 2015 nog steeds innovatief én persoonlijk kan zijn. Door letterlijk een touringcar te vullen met collectanten creëert zij de allergrootste collectebus van Nederland, die naar de mensen toe komt. De grootste collectebus voor een toekomst zonder alzheimer wordt mede mogelijk gemaakt door Connexxion.

In alle steden is er medewerking van bijzondere sprekers/artiesten:
– Amsterdam: Neuropsycholoog prof. Erik Scherder geeft een speciale college-tour, in de bus en bij aankomst op het Museumplein. In aanwezigheid van o.a. Gea Broekema, directeur van Alzheimer Nederland

– Den Haag, het Plein: Alzheimer Nederland biedt op deze nationale ‘Dag van de Mantelzorg’ een petitie aan in het kader van de ‘Glasgow Declaration’, over de rechten van mensen met dementie.

– Groningen: 150 studenten van het Alfa-college (MBO richting verzorging & verpleging) in Groningen krijgen voorlichting over dementie en collecteren mee op de Grote Markt. Singer songwriter Sofia Dragt brengt bij de bus enkele nummers ten gehore.

– Utrecht: Wethouder en loco-burgemeester Victor Everhardt verzorgt de aftrap van de collecte op het Vredenburg. Singer songwriter Sofia Dragt treedt op met o.a. ‘Sing each other to sleep’.

– Rotterdam: de grootste collectebus staat die middag bij de Markthal. Hier draagt schrijver Hugo Borst voor uit zijn boek ‘Ma’, over zijn moeder met dementie. Ook hier treedt Sofia Dragt op.

– Maastricht: Afronding van de tour op de Grote Markt in aanwezigheid van een lokale prominent (informatie volgt), muzikale omlijsting: Sofia Dragt.