CareClowns maken waardevol contact met ouderen met dementie

CareClowns zijn weer volop bezig met het bezoeken van ouderen met dementie. Door waardig en oprecht contact bieden zij deze mensen een moment van afleiding en plezier. Op Wereld Alzheimer Dag zetten de CareClowns de ouderen extra in het zonnetje door op een ludieke manier te trakteren op slagroomsoesjes vermomd als clownsneuzen.

Stichting CareClowns, een initiatief van CliniClowns, heeft tot doel om oprecht contact te maken met ouderen met dementie. CareClowns bezoeken ouderen met dementie in zorginstellingen en dagopvang. Met persoonlijke aandacht, spel en muziek, weten de clowns de ouderen in de zorginstellingen te bereiken en te verleiden tot contact. Het vaste patroon wordt letterlijk doorbroken, waardoor de dag meer kleur krijgt. Zo verzachten de CareClowns het isolement en eenzaamheid bij de ouderen. De bewoners reageren vaak verrast, blij en dankbaar; maar ook voor familieleden en verzorgend personeel is het bezoek van de CareClowns bijzonder. Zij zijn getuige van mooie momenten en zien reacties die al langere tijd niet meer zijn waargenomen.

Wereld Alzheimer Dag 2015
Op Wereld Alzheimer Dag zetten de clowns de ouderen met dementie extra in het zonnetje door op een ludieke manier te trakeren op slagroomsoesjes vermomd als clownsneuzen. Rosalijn Haverkamp, verzorgende van zorginstelling Inovum: ‘De interactie tussen CareClowns en onze bewoners is zo bijzonder. Ieder geluksmomentje laat je inzien dat er nog zoveel in deze mensen aan emoties aanwezig is.’

Nieuwe start
Medio 2015 heeft CareClowns een nieuwe start gemaakt met steun van een aantal betrokken vermogensfondsen,waaronder Fonds Sluyterman van Loo, RCOAK, VSBfonds, Fonds 1818 en Dioraphte. Zij legden de basis voor het opbouwen van de organisatie de komende jaren. Om zoveel mogelijk ouderen met dementie te bereiken is echter meer hulp nodig. Kijk op www.careclowns.nl hoe u kunt helpen.

Kabinet: ‘Heb oog voor dementie’

‘Heb oog voor elkaar, heb oog voor dementie’. Met die boodschap vraagt het kabinet samen met mensen die zich inzetten voor een dementievriendelijke samenleving aandacht voor dementie. De videoboodschap ‘Heb oog voor dementie’ wordt maandag op de eerste dag van de week van dementie wijd verspreid.

Weten wat dementie is
Vice-premier Lodewijk Asscher (SZW), minister Edith Schippers (VWS) en minister Jet Bussemaker (OCW) zijn samen met verantwoordelijk staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) te zien in de video. Hun boodschap: ‘Mensen met dementie leven langer in ons midden. We komen ze tegen. Jij ook. Op straat, in de bus, bij de bakker. Herkennen we hen? Weten we wat dementie is?’

Van Rijn: ‘Dementie zal de komende jaren een steeds grotere rol in ons dagelijks leven spelen. Deze video is bedoeld voor iedereen die meer wil weten over dementie. Meer begrip voor dementerenden kan leiden tot betere zorg. Zolang het niet mogelijk is van dementie te genezen, moeten we de ziekte zo dragelijk mogelijk maken voor patiënt, familie en mantelzorger’.

Miljoen mensen bijspijkeren over dementie
Van Rijn kondigde al eerder aan dat de komende 5 jaar een miljoen Nederlanders worden bijgespijkerd over dementie. De bewindspersoon wil het besef en het begrip van de samenleving voor dementie vergroten. Daarnaast investeert het kabinet tot 2017 32,5 miljoen euro in het Deltaplan Dementie, dat voorziet in wetenschappelijk onderzoek naar de dodelijke hersenaandoening.

Dementie in Nederland
Mensen leven gemiddeld acht jaar met dementie: zes jaar thuis en twee jaar in een zorginstelling. In Nederland leven naar schatting 260.000 mensen met dementie. Dat aantal stijgt in 2050 tot minimaal 400.000, omdat Nederland meer ouderen krijgt die bovendien steeds ouder worden. Met het stijgen van de leeftijd neemt de kans op dementie toe.

Hervorming langdurige zorg
Het vergroten van kennis en besef van dementie is onderdeel van de hervorming van langdurige zorg. Die is er op gericht is de kwaliteit, houdbaarheid en betrokkenheid bij de zorg te versterken en te verbeteren.

Twee nieuwe behandelingen voorwaardelijk toegelaten tot basispakket

Minister Edith Schippers (Volksgezondheid) heeft besloten om autologe vet transplantatie bij borstreconstructie na borstkanker en de herniabehandeling PTED voorwaardelijk toe te laten tot het basispakket. Door behandelingen en medicijnen voorwaardelijk tot het verzekerde pakket toe te laten krijgen patiënten toegang tot deze veelbelovende vormen van zorg en komt er inzicht in de effectiviteit en kosteneffectiviteit van deze zorg.

Autologe Vet Transplantatie bij borstreconstructie
Bij borstreconstructies met autologe vet transplantatie (AFT) worden eigen vetcellen naar de borst getransplanteerd. Dit is een veelbelovende nieuwe behandeling, maar er is nog niet bewezen dat deze behandeling ook daadwerkelijk een goed resultaat oplevert. Daarom wordt de behandeling nu onder voorwaarden en in een onderzoekssetting toegelaten tot het pakket, voor vrouwen die een borstreconstructie ondergaan na borstkanker. Uit het onderzoek moet blijken of de behandeling gezondheidswinst oplevert. De voorwaardelijke toelating gaat in op 1 oktober en geldt voor een periode van 4,5 jaar. Tijdens deze periode vindt onderzoek plaats naar de effectiviteit en kosteneffectiviteit van AFT. In dat onderzoek wordt deze behandeling vergeleken met de standaardbehandeling voor borstreconstructies met een prothese. Aan dit onderzoek doen in totaal 196 vrouwen mee. Informatie over de studie wordt opgenomen in patiëntenfolders en de voortgang van de studie wordt 4 keer per jaar bekeken.

PTED
PTED is een behandeling van het ‘lumbosacraal radiculair syndroom bij lumbale hernia’. Bij deze aandoening drukt een uitstulping van de tussenwervelschijf op een uittredende zenuwwortel, met als gevolg uitstralende pijn naar bil en/of been. Voor PTED geldt dat nog niet bewezen is dat deze behandeling gezondheidswinst oplevert. PTED wordt daarom voorwaardelijk toegelaten tot het basispakket met ingang van 1 januari 2016, voor de duur van 4 jaar. Gedurende deze 4 jaar wordt onderzoek gedaan. Aan het onderzoek doen in totaal ongeveer 1000 patiënten mee.