Gezondheid belangrijkste reden om te stoppen met roken

Zorgen om de gezondheid van hun kinderen en de eigen gezondheid waren in 2016 voor rokers de belangrijkste redenen om te stoppen met roken. Daarna was advies en aansporing van een zorgverlener een belangrijke motivatie om het roken te staken. Dat blijkt uit de aanvullende module Middelen van de Leefstijlmonitor (LSM-A Middelen) die het Trimbos-instituut tweejaarlijks afneemt in samenwerking met het CBS en het RIVM.

Een derde van de rokende Nederlanders van 18 jaar of ouder deed in 2016 een serieuze stoppoging. Dat is ongeveer evenveel als in de twee jaar daarvoor. Het zijn vooral de zorgen om de gezondheid van hun kinderen (91 procent) en de eigen gezondheid (87 procent) die voor rokers redenen kunnen zijn om te (willen) stoppen met roken.

Van gezondheidswaarschuwingen op verpakkingen en mediacampagnes zegt ongeveer 21 procent van de rokers dat het hen motiveerde of zal motiveren om te stoppen.

Advies zorgverlener

Een deel van de rokers werd aangespoord door een zorgverlener om te stoppen met roken. Denk bijvoorbeeld aan een huisarts, medisch specialist, psycholoog, tandarts of verloskundige. Van de rokers die in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek minimaal één keer contact hebben gehad met zo’n zorgverlener, kreeg een derde het advies om te stoppen. Laagopgeleide, oudere en/of dagelijkse rokers kregen vaker een stopadvies dan de overige rokers. Het advies zou voor ongeveer drie kwart van de rokers een reden kunnen zijn om te (willen) stoppen met roken.

De rokers die een stopadvies kregen van de zorgverlener, werd in 37 procent van de gevallen geadviseerd een hulpmiddel als een nicotinevervanger of elektronische sigaret te gebruiken, professionele begeleiding te gaan zoeken of online hulpprogramma’s of (mobiele) apps toe te gaan passen.

Stoppen loont altijd

Stoppen met roken heeft op alle leeftijden een positief effect, blijkt uit recent onderzoek van het CBS en het Trimbos-instituut. Van rokers die rond hun 50ste stoppen, halveert het sterfterisico. Uit het onderzoek blijkt dat een op de vier zware rokers voor zijn of haar 65ste verjaardag overlijdt. Van zware rokers (meer dan twintig sigaretten per dag) is de levensverwachting gemiddeld 13 jaar korter dan van nooit-rokers.

Daling aandeel rokers

Bijna een kwart(24 procent) van de Nederlandse volwassenen gaf in 2016 aan (wel eens) te roken, een lichte daling ten opzichte van 2015 toen 26 procent dit opgaf. Ongeveer een derde van de volwassenen is een ex-roker en het grootste deel(44 procent) van de Nederlanders van 18 jaar en ouder zegt helemaal nooit te hebben gerookt.

Klein deel rokers gebruikt e-sigaret

Iets meer dan drie kwart(77 procent) van de rokende volwassenen rookt dagelijks. Zij roken vooral sigaretten uit een pakje(74 procent)40 procent rookt (ook) shag en 18 procent zelfgemaakte sigaretten. Mannen roker vaker shag, vrouwen vaker sigaretten uit een pakje of zelfgemaakte sigaretten. Een klein deel van de volwassenen(3 procent) had in 2016 wel eens een e-sigaret gebruikt.

Schippers laat Orkambi toe tot basispakket

Minister Edith Schippers (VWS) heeft besloten om het middel Orkambi voor cystische fibrose (ook wel bekend als taaislijmziekte) toe te laten tot het basispakket. Schippers heeft dit besluit kunnen nemen omdat zij met Vertex afspraken heeft kunnen maken over de prijs. Onderdeel van de prijsafspraak met de fabrikant is dat de details van de overeenkomst vertrouwelijk blijven. De Tweede Kamer wordt per brief over de overeenkomst geïnformeerd.

Minister Edith Schippers (VWS): “Ik ben ongelooflijk blij voor de patiënten dat het alsnog gelukt is. Hun geduld is immers zwaar op de proef gesteld. De overeenkomst is natuurlijk in de allereerste plaats in het belang van mensen met de ziekte en hun familie. Maar gelet op overeenkomst met de fabrikant is het ook in het belang van de premiebetaler en van de betaalbaarheid van de zorg. Het is op zich jammer dat de prijsafspraak vertrouwelijk moet blijven, maar zonder die vertrouwelijkheidafspraak zou er geen deal zijn.”

In mei 2017 besloten Nederland en België om de toen lopende gezamenlijke onderhandelingen met Vertex te beëindigen. Begin juli startte Schippers vervolgonderhandelingen over de prijs van het middel. Twee weken geleden liepen die onderhandelingen nog vast toen Vertex een bod van Schippers niet accepteerde.

Orkambi is een middel dat bij een deel van de patiënten met cystische fibrose (CF) kan worden ingezet. In Nederland betreft het ongeveer 750 CF patiënten. Eind 2016 constateerde het Zorginstituut dat de gevraagde prijs veel te hoog is in relatie tot de betrekkelijk bescheiden effecten van het middel. Het Zorginstituut adviseerde daarom het middel niet in het pakket op te nemen, omdat het niet kosteneffectief is. Door het vandaag bereikte resultaat van de onderhandelingen, is opname in basispakket uiteindelijk alsnog mogelijk geworden. Opname in het pakket gebeurt per 1 november 2017.

Schippers lanceert Europees initiatief voor volledige toegang tot geneesmiddelen in alle EU-lidstaten

Wanneer de Europese Commissie een centrale markttoelating afgeeft voor nieuwe en innovatie medicijnen, moeten farmaceutische bedrijven verplicht zijn deze medicijnen  aan te bieden in alle lidstaten. Dat is de kern van een initiatief dat minister Edith Schippers (Volkgezondheid) vandaag lanceert.  Ze heeft hierover een brief gestuurd aan de Europese Commissie en alle EU-lidstaten.

‘Een einde maken aan selectieve marktintroductie’

Zodra nieuwe geneesmiddelen een positieve beoordeling van de EMA ontvangen, verleent de Europese Commissie een centrale markttoelating die geldig is voor de hele Europese Unie. Dit is echter geen garantie dat patiënten in alle EU-lidstaten kunnen profiteren van deze nieuwe geneesmiddelen. Er is namelijk geen wettelijke verplichting om geneesmiddelen in EU-lidstaten aan te bieden. In veel gevallen kiezen bedrijven dan ook voor marktstrategieën waarbij ze producten alleen introduceren in bepaalde lidstaten. Als gevolg daarvan hebben veel patiënten, met name in kleinere of armere landen, geen toegang tot de medicijnen of moeten soms maanden tot jaren wachten. Dit is een onaanvaardbare situatie die moet worden aangepakt. Nederland is van mening dat alle EU-lidstaten gelijke kansen moeten krijgen.

Minister Edith Schippers: ‘Snelle toegang tot innovatieve medicijnen tegen een aanvaardbare prijs. Dat was een absolute prioriteit tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in 2016 en dat is het nog steeds. Ik vind dat iedereen in Europa daar recht op heeft. Daarom focussen we nu ook op volledige toegang.’

In haar brief roept Schippers alle Ministers van Volksgezondheid op om de discussie te starten en met oplossingen te komen, opdat alle EU-lidstaten gelijke toegang krijgen tot medicijnen.

Tijdens het proces van de verhuizing van EMA heeft de Nederlandse ambassadeur, Wouter Bos, met alle lidstaten gesproken over het agentschap en de rol die het speelt in het EU-geneesmiddelenbeleid. Bos: ‘selectieve marktintroductie van nieuwe geneesmiddelen kwam veel ter sprake. In veel lidstaten is het een groot probleem, maar het krijgt te weinig aandacht in de Raad en de Europese Commissie. Ik hoop dat dit initiatief dit gaat veranderen en we naar concrete oplossingen kunnen toewerken voor een probleem dat veel Europeanen raakt’.

Het initiatief stelt niet voor om de verdeling van de competenties tussen EU-niveau en de lidstaten te veranderen, maar streeft naar een gelijk speelveld. De lidstaten kunnen nog steeds de effectiviteit, de toegevoegde waarde en de vergoeding die zij bereid zijn te betalen voor geneesmiddelen zelf bepalen.