Maria van den Muijsenbergh bijzonder hoogleraar Gezondheidsverschillen en persoonsgerichte integrale eerstelijnszorg

Afbeeldingsresultaat voor Maria van den MuijsenberghMaria van den Muijsenbergh is met ingang van 1 augustus 2017 benoemd tot bijzonder hoogleraar Gezondheidsverschillen en persoonsgerichte integrale eerstelijnszorg aan het Radboudumc. Ze zal voor een dag per week werkzaam zijn binnen de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde in het Radboudumc. De leerstoel wordt mogelijk gemaakt door Pharos, expertisecentrum gezondheidsverschillen.

Maria van den Muijsenbergh (Heerlen, 1956)  behaalde cum laude haar artsdiploma aan de Universiteit Leiden. Ze promoveerde er in 2001 op onderzoek naar palliatieve zorg door de huisarts.  Sinds 1984 werkt ze als huisarts, aanvankelijk in Leiden, vanaf  1996 tot op heden in Nijmegen. Sinds 2007 is ze als senior onderzoeker en adviseur verbonden aan Pharos.

Van den Muijsenbergh werkte lange tijd bij het Universitair Gezondheidscentrum Heyendael Nijmegen, een huisartsenpraktijk met veel migranten en sociaal kwetsbare patiënten. Van daaruit richtte ze de Praktijk Buitenzorg op, waar dak- en thuislozen en ongedocumenteerde migranten  in Nijmegen terecht kunnen voor sociaal medische hulp. Naast huisarts is ze ook als senior onderzoeker en universitair docent verbonden aan de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc.

Corrie Hermann Prijs
Ze  werkt mee aan initiatieven als Wereldvrouwenhuis Mariam voor opvang en empowerment van dakloze migrantenvrouwen Netwerkoverleg vluchtelingen Nijmegen en de Voedselbank Nijmegen. In 2006 ontving ze de Corrie Hermann Prijs vanwege haar niet aflatende inzet voor de verbetering van de positie van mensen in kwetsbare situaties.

Prof. Van den Muijsenbergh gaat werken binnen de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde. Deze afdeling heeft een sterk profiel op het gebied van persoonsgerichte zorg en verbindt de huisartsenzorg met publieke gezondheidszorg en de zorg voor kwetsbare ouderen. Doel van de leerstoel is het genereren en uitdragen van kennis over effectieve persoonsgerichte, integrale eerstelijnszorg voor laagopgeleiden en migranten die bijdraagt aan het verminderen van etnische en sociaaleconomische gezondheidsverschillen.

Pharos is het landelijk Expertisecentrum Gezondheidsverschillen. Vanuit het uitgangspunt ‘gezondheid en kwaliteit van zorg voor iedereen’ zet Pharos kennis in om de vermijdbare grote gezondheidsverschillen te verminderen en om de kwaliteit, effectiviteit en toegankelijkheid van gezondheidszorg voor laagopgeleiden en migranten duurzaam te verbeteren.

Eerst bloemblaadjes, dan kleine bloedvaatjes

Victor VolloviceChirurgen die miniscule bloedvaatjes moeten operenen, maken minder fouten als ze eerst oefenen op tere bloemblaadjes. Neurochirurg in opleiding Victor Volovici van het Erasmus MC geeft komende maand een training in deze techniek aan collega’s uit de hele wereld.

Gerbera
Volovici geeft de training al jaren aan artsen en studenten in zijn moederland Roemenië, aangespoord door zijn mentor. “Tijdens mijn opleiding microchirurgie wilde hij ons laten oefenen op een blaadje uit een boom. Die had hij niet voorhanden, maar wel een gerbera. Die scheurde tijdens mijn eerste poging. Ik bleef maar oefenen. Dit moet lukken, dacht ik”, aldus Volovici in een interview in het AD.

Betere prestaties
De arts-assistent heeft de hechttechniek inmiddels volledig onder de knie en oefent nu zelfs thuis. “Het is een soort meditatie.” Zijn overtuiging: als je een bloemblaadje succesvol kunt opereren, lukt het repareren van de allerkleinste bloedvaatjes in ons lichaam je ook. Onlangs presenteerde Volovici in Zuid-Korea de onderzoeksresultaten waaruit bleek dat oefenen op bloemblaadjes tot betere prestaties leidt.

Ratten
Hersenchirurgen en plastisch chirurgen trainden vanouds hun hechttechniek op latex handschoenen, stevige boombladeren, kippenpootjes en uiteindelijk levende ratten. Volovici ontdekte dat oefening op bloemblaadjes de fijne motoriek verder verbetert. “De bloemblaadjes zijn veel kwetsbaarder dan de bloedvaten die je tijdens een operatie moet hechten.” Dat noopt tot de grootste zorgvuldigheid: “Wie te snel overstapt op de ratten, raakt het fijngevoel kwijt”, vertelt hij in het filmpje bij het interview.

Ruben Dammers en Victor Vollovice

‘Biomedisch onderzoek enige weg naar effectieve behandeling ziekte ME’

Momenteel buigt een ad hoc ME/CVS commissie van de Gezondheidsraad zich in opdracht van het parlement over de stand van de wetenschap t.a.v. Myalgische Encefalomyelitis (ME) met daarin tegen het advies van patiëntenvertegenwoordigers voorstanders van de psychosociale benadering en psychogene interventies als cognitieve gedragstherapie (CGT) en bewegingstherapie (GET).

Al langer is bewezen (middels biomedisch onderzoek) dat ME een fysieke ziekte is met als kernsymptoom Post Exertional Malaise (PEM): verergering van alle klachten na geringe inspanning. Interventies als CGT en GET blijken niet alleen niet effectief bij ME-patiënten, zij kunnen zelfs averechts werken.

31 juli jl. zagen twee belangrijke publicaties het licht die beide op hun eigen wijze die benadering ontkrachten.

  •          Link cytokines/ME

Een grote nieuwe studie, onder leiding van Stanford ME-expert Jose Montoya, in samenwerking met dr. Mark Davis (genomineerde Nobelprijs Geneeskunde 1987) linkt de ziekte ME aan variaties in 17 immuun-systeem proteïnen (cytokines), waarbij de concentratie in het bloed gecorreleerd blijkt aan de ernst van de ziekte(verschijnselen). De bevindingen bevestigen opnieuw dat ME een fysieke aandoening is en dat ontstekingen bij deze ziekte een belangrijke rol spelen.

  •          Ontkrachting psychologische benadering ME

Een speciale editie van de Journal of Health Psychology (JHP), geheel gewijd aan de omstreden Britse PACE-trial, zogenaamd naar ME/CVS maar in feite naar chronische moeheid. In de special: peer reviewed commentaren van wetenschappers en wetenschappelijk onderlegde patiënten. “PACE is een schoolvoorbeeld van een armoedig uitgevoerde studie’, zo concludeert JHP-redacteur David Marks.

Methodologisch werden er ernstige fouten gemaakt. Na onafhankelijke heranalyse van de data bleek: de eerdere conclusies van de auteurs zijn niet uit de eigen data te herleiden.

Myalgische Encefalomyelitis is een chronische complexe multi-systeemziekte, waar vooralsnog geen genezende behandeling voor bestaat, zo concludeerde in 2015 het Institute of Medicine (IOM, thans NAM) in haar rapport, na een systematische literatuurreview van nagenoeg alle tot dan toe verschenen publicaties, met PEM als een van de kernsymptomen.

Montoya, (via Reuters): “Het lijdt geen twijfel dat M.E. een biologische basis heeft. Dit is geen ziekte die valt te genezen met psychologische interventies, counselen of antidepressiva.” En: “Patiënten zijn vernederd, buitengesloten en genegeerd”.

De PACE-trialresultaten uit 2011 hadden grote invloed op de behandeladviezen en richtlijnen wereldwijd, ook in Nederland. De onderliggende hypothese van de studie: patiënten zouden lijden aan ‘verkeerde ziektegedachten’ en ‘deconditionering’. Cognitieve gedragstherapie (CGT) en Graded Exercise therapie (GET) zouden dé aangewezen ‘evidence based’ interventies zijn. Het leidde tot verkeerde beeldvorming over de ziekte ME en heeft erkenning van de ernst van de ziekte, biomedisch onderzoek en beschikbaarheid van adequate kennis en zorg voor ME-patiënten tegengehouden.

Mark Vink, huisarts, verzekeringsarts en ME-patiënt schreef een van de commentaren in de speciale PACE-editie van de JHP en concludeert: “Patiënten willen hun gezondheid en zelfstandigheid terug zodat zij geen gebruik meer hoeven te maken van uitkeringen en weer aan het werk kunnen.” “De PACE trial heeft laten zien dat CGT en GET ineffectief zijn om patiënten te helpen dit te bereiken”

De CDC (de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention) verwijderde recent, gezien de stand van de wetenschap, CGT en GET als behandeladviezen van hun website. Internationaal bestaat geen twijfel dat biomedisch onderzoek de enige weg is om op termijn patiënten een effectieve behandeling te kunnen bieden.