Nieuwe techniek helpt medici de patiënt als één geheel te zien

Medische diagnoses richten zich meestal op het oplossen van afzonderlijke problemen. Maar het oplossen van het ene probleem kan tot een ander probleem leiden en soms zelfs tot volledige instorting. Wetenschappers van Wageningen University & Research en Radboudumc hebben nu een manier gevonden om de veerkracht van mensen en dieren te beoordelen aan de hand van gegevens uit draagbare elektronica.

Dynamische indicatoren van veerkracht
In leven blijven vereist veerkracht – dat is het vermogen om terug te keren op normaal niveau na verstoringen, variërend van schrikken of een schrammetje oplopen tot een ernstige val of serieuze griep. De veerkracht daalt van nature op hogere leeftijd, maar wordt ook bepaald door genen, levensstijl en gebeurtenissen. Ondanks alle kennis over gezondheid, is het meten van de essentie – veerkracht – ongrijpbaar gebleken. Echter, nieuwe wiskundige inzichten maken het nu mogelijk om de ontelbare kleine herstel episodes (micro-recoveries) die door sensoren worden geregistreerd, te benutten om de veerkracht van het geheel en daarmee het risico op instorting van de gezondheid, te beoordelen. Dit komt op een moment waarop massale gegevens van fitnesshorloges en andere elektronica snel gemeengoed worden, waardoor goedkope monitoring van veerkracht mogelijk wordt.

“Verrassend genoeg zijn de signalen die we vinden heel vergelijkbaar met de signalen die wijzen op het risico van kantelpunten in ecosystemen, zoals regenwouden,” zegt Marten Scheffer, hoofdonderzoeker van Wageningen University & Research. “Het lijkt misschien vreemd, maar we staan op het punt de fundamentele wetten te ontrafelen waarnaar complexe systemen zich gedragen als ze instabiel worden.”

Kantelpunten in stemming, lichaam en het geheel
Hoewel het begrip van het geheel de grootste uitdaging is, kunnen ook afzonderlijke systeemcomponenten instorten. De persoonlijke stemming is een voorbeeld. Wanneer de veerkracht van het stemmingssysteem is uitgehold, kunnen zelfs kleine, stressvolle gebeurtenissen een zichzelf stimulerende ineenstorting in gang zetten die leidt tot een depressie. De Dynamic Indicators of Resilience (DIORs) die nu zijn ontdekt, zijn gebaseerd op veranderingen in het gedrag van het systeem, wanneer zo’n kantelpunt nabij is. Hierdoor konden onderzoekers een schatting maken van het risico op depressie op basis van het fluctuatiepatroon van de gemoedstoestand, zoals de patiënten die zelf rapporteerden. Dezelfde principes blijken indicatief voor de stabiliteit van andere ‘subsystemen’ van het lichaam, zoals de loophouding van ouderen, die verband houdt met het risico op een val. De nieuwe indicatoren maken de weg vrij voor het meten van veerkracht van zowel individuen als geheel, als van diverse vitale subsystemen die onderling verbonden zijn.

Mensen en andere dieren
Dezelfde aanpak kan worden gebruikt om uit continue gegevensstromen de veerkracht van dieren te destilleren. Zo kunnen alle individuen in groepen van duizenden elektronisch gemerkte melkkoeien realtime gemonitord worden, waardoor afwijkingen bij dieren die het niet zo goed doen vroegtijdig kunnen worden opgespoord.

Het objectief meten van veerkracht maakt het daarnaast voor onderzoekers veel beter mogelijk om onderzoek te doen naar de factoren die die veerkracht beïnvloeden. “Bezorgdheid over diergezondheid en dierenwelzijn maken het steeds belangrijker om de veerkracht van productiedieren te begrijpen,” zegt medeauteur Bas Kemp, dierenwetenschapper aan Wageningen University. “Het is duidelijk dat niet alleen genetische make-up en voedersamenstelling, maar ook levensomstandigheden van het jonge dier en sociale relaties een impact hebben op gezondheid en overleving. We begrijpen echter niet hoe deze factoren op elkaar inwerken zodat veerkracht bij dieren kan ontstaan. Het objectief meten van veerkracht is daarom een grote stap voorwaarts.”

“Hetzelfde geldt voor de geneeskunde,” zegt medeauteur Marcel Olde Rikkert, hoogleraar Klinische geriatrie aan Radboudumc. “Er is een breed gevoelde behoefte om de patiënt weer als één te zien. Vooral voor ouderen geldt dat beslissingen over bijvoorbeeld al dan niet opereren, inzicht vereisen in de veerkracht van de patiënt. Die kunnen we met de nieuwe technieken beter vaststellen.”

Borstkankermiddel Palbociclib in basispakket na succesvolle prijsonderhandelingen

Minister Edith Schippers (VWS) heeft besloten het middel palbociclib voor de behandeling van borstkanker vanaf 1 augustus te vergoeden uit het basispakket.

Door constructieve onderhandelingen is spoedig na het advies van het Zorginstituut (april 2017) een akkoord bereikt waardoor palbociclib beschikbaar komt voor patiënten. Door het resultaat vallen de totale zorguitgaven aan palbociclib veel lager uit dan anders het geval zou zijn. De afspraak met de leverancier bestaat uit een openbare prijsverlaging van 10% en een vertrouwelijke prijsreductie die oploopt naarmate de uitgaven toenemen. De afspraken gelden tot en met 2020.

Verder onderzoek
Palbociclib kan worden ingezet als start- of vervolgbehandeling van hormoongevoelige borstkanker. Minister Schippers heeft ook besloten om maximaal € 6 miljoen ter beschikking te stellen voor verder onderzoek. Dit is voorgesteld door de behandelaren om helderheid te geven of palbociclib en toekomstige middelen uit deze therapeutische klasse het beste als start- dan wel als vervolgbehandeling kunnen worden ingezet. Hiermee komt beter inzicht in het gepast gebruik van deze middelen.

In april 2017 oordeelde het Zorginstituut dat palbociclib bewezen effectief is bij de behandeling van borstkanker maar stelde ook dat er sprake was van een ongunstige kosteneffectiviteit en een relatief hoog kostenbeslag (tot 118 miljoen per jaar). Het Zorginstituut adviseerde het middel daarom niet op te nemen in het pakket tenzij de prijs via onderhandeling verlaagd zou worden zodat de kosteneffectiviteit verbetert en de impact op het zorgbudget wordt verlaagd. Tevens vroeg het Zorginstituut aandacht voor het studievoorstel van de beroepsgroep.

Beschermingsfactor tegen hiv ontdekt

Afbeeldingsresultaat voor hivOnderzoekers van het AMC hebben een eiwit ontdekt dat hiv-besmetting kan tegenhouden. Op termijn kan dit leiden tot een nieuwe aanpak van hiv. Ze deden onderzoek in cellen die als eerste in aanraking komen met hiv, bij zowel hetero- als homoseksueel contact. Het is bekend dat deze zogenoemde Langerhanscellen (een type huidcel) verhinderen dat het virus het lichaam binnendringt, maar hoe deze cellen dat doen, was nog niet bekend.

Het AMC-onderzoek heeft geleid naar de ontdekking van een bepaald eiwit in deze cellen dat hiv als het ware door de biologische versnipperaar haalt. De vondst is dermate opzienbarend dat de vinding onlangs is  gepubliceerd in het topblad Nature. Het mechanisme kan verklaren waarom sommige mensen meer of juist minder vatbaar zijn voor hiv: door genetische verschillen in mensen is het eiwit niet altijd in staat het virus te vernietigen.

Het proces waarmee de cel hiv versnippert, heet autofagie, juist het onderwerp van de Nobelprijs voor Geneeskunde dit jaar. Dit proces ruimt onnodige celonderdelen op, de AMC-onderzoekers laten nu zien dat het autofagie-proces ook effectief is tegen hiv.

Volgens onderzoekers dr Carla Ribeiro en prof. Theo Geijtenbeek is dit een puur wetenschappelijke doorbraak, die op den duur kan leiden tot een behandeling waardoor ook andere cellen hiv kunnen vernietigen. Het eiwit zit namelijk in alle cellen van het lichaam, maar alleen in de Langerhanscellen is het effectief tegen hiv. De onderzoekers beschrijven in het artikel dat ze al in staat zijn om dit proces in andere cellen aan te zetten waardoor deze niet meer vatbaar zijn voor hiv.

De onderzoekers stellen dat meer onderzoek nodig is om dergelijke therapieën te ontwikkelen. De nieuwe kennis kan niet alleen preventief worden ingezet maar ook om hiv te vernietigen als het lichaam eenmaal besmet is.