NLse overheid steunt revolutionaire samenwerking voor snellere betere behandeling kanker

Het Nederlands wetenschappelijk kankeronderzoek geldt reeds als vooraanstaand in de wereld. Het kan echter nog een stuk beter wanneer de beste wetenschappers bijeen worden gebracht, zij nauwer gaan samenwerken, het onderzoek verder wordt geïntensiveerd en de resultaten uit huidig onderzoek nóg sneller worden vertaald naar betere diagnose en behandeling van mensen met kanker. Daarom wordt er nu naar een nieuw virtueel topinstituut toegewerkt. KWF, de ministeries van Economische Zaken, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de topsector Life Sciences & Health ondersteunen de ambitie om tot dit instituut te komen. Vijf toponderzoekers uit verschillende onderzoeksinstituten schrijven hiervoor nu een wetenschappelijke strategie. Het centrum gaat de komende 10 jaar plaats bieden aan 1000 onderzoekers. Om deze ambitie te verwezenlijken is er 25 mln. euro per jaar nodig, naast ca. 50 mln. euro door inbreng van deelnemende instellingen aan bestaande infrastructuur en onderzoekers.

Topinstituut: excellentie verenigd, impact verzekerd
Het topinstituut is een uniek, autonoom instituut, met een eigen visie, missie, ambitie en strategie. Elk jaar krijgen meer dan 100.000 Nederlanders kanker. Ruim 60% van deze patiënten overleeft de ziekte, 5 jaar na de diagnose. Het instituut beoogt de grenzen van wetenschappelijk kankeronderzoek te verleggen met als uiteindelijk doel kanker beter te behandelen, door nauwkeuriger diagnoses en meer effectieve behandelingen mogelijk te maken. De visie is dat met dit topinstituut meer uit wetenschappelijk onderzoek in Nederland kan worden gehaald dan nu het geval is.

De ministeries van Economische Zaken, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de topsector Life Sciences & Health ondersteunen deze ambitie omdat zij willen bijdragen aan het realiseren van de ambitie van het KWF: een wereld zonder kanker. Patiënten verdienen een ambitieuze aanpak waarmee deze ziekte effectiever kan worden bestreden. Daarvoor is het belangrijk de Nederlandse toppositie op het gebied van kankeronderzoek te behouden en verder te versterken. In het verlengde hiervan wordt innovatie verder gestimuleerd, komt er meer hoogwaardige werkgelegenheid en verbetert bovendien ons investeringsklimaat. Kanker is en blijft voorlopig een grote maatschappelijk uitdaging. Medische innovaties moeten het verschil gaan maken voor onze toekomst.

Schippers start onderhandelingen over prijs borstkankermedicijn pertuzumab

Minister Edith Schippers (Volksgezondheid) gaat met de fabrikant van het borstkankermedicijn pertuzumab onderhandelen over de prijs. Deze onderhandelingen moeten ervoor zorgen dat deze kosten op een aanvaardbaar niveau komen. Een definitief besluit over de vergoeding van pertuzumab volgt op basis van de uitkomsten van de onderhandelingen. Het middel blijft tijdens de onderhandelingen vergoed door de zorgverzekering, zowel voor bestaande als voor nieuw patiënten. Dit schrijft zij vandaag aan de Tweede Kamer in haar reactie op een advies van Zorginstituut Nederland.

Advies Zorginstituut

In januari oordeelde het Zorginstituut dat pertuzumab weliswaar bewezen effectief is bij de behandeling van uitgezaaide borstkanker, maar stelde ook dat er sprake was van een zeer ongunstige kosteneffectiviteit (150.000 euro per gewonnen levensjaar in goede kwaliteit). Daarom adviseerde het Zorginstituut het middel niet langer te vergoeden, tenzij door onderhandelingen de prijs aanzienlijk zou worden verlaagd. De totale kosten van pertuzumab worden geschat op 39,5 miljoen euro per jaar.

Sluis

Naast de onderhandelingen over Pertuzumab, kondigt Schippers ook onderhandelingen aan over vier nieuwe behandelingen. Het gaat om:

  • Ibrutinib (merknaam Imbruvica) voor de eerstelijnsbehandeling van chronische lymfatische leukemie;
  • Palbociclib (merknaam Ibrance) voor de behandeling van uitgezaaide borstkanker;
  • Pembrolizumab (merknaam Keytruda) voor de behandeling van longkanker;
  • Atezolizumab (nog geen merknaam) voor de behandeling van longkanker.

Deze vier middelen zijn voor deze specifieke behandeltoepassingen nog niet op de markt en maken ook nog geen deel uit van het basispakket. Met deze middelen zijn naar verwachting hoge kosten gemoeid. Zo kunnen de totale kosten voor ibrutinib en voor palbociclib per product oplopen tot boven de 100 miljoen euro. Directe toelating tot het pakket zou betekenen dat andere vormen van zorg in het gedrang kunnen komen. Daarom heeft Schippers besloten deze middelen in de zogenaamde ‘sluis’ te plaatsen. Dat betekent dat zij niet toegelaten worden tot het pakket, totdat de verwachte kosten door onderhandelingen op een aanvaardbaar niveau zijn gekomen. Dit beleid werd in 2015 voor het eerst ingezet bij het longkankermiddel nivolumab. Pembrolizumab en atezolizumab behoren tot dezelfde geneesmiddelgroep als nivolumab.

Voor alle middelen geldt dat de toelating tot het pakket afhankelijk is van de resultaten van de onderhandelingen met de industrie. De uitkomst daarvan kan zijn dat er geen overeenstemming wordt bereikt.

‘Behandeling huidkanker kan veel effectiever’

De behandeling van huidkanker kan vele malen effectiever door de therapie af te stemmen op de individuele kenmerken van patiënt en tumor. Zo blijkt onder andere dat de veel toegepaste fotodynamische therapie slechts in iets meer dan de helft van alle gevallen succesvol is in vergelijking met een eenvoudige crème, die een veel grotere effectiviteit heeft. Bij oudere patiënten boven de 60 jaar met een oppervlakkige vorm van huidkanker verdient de moderne lichttherapie echter weer de voorkeur. Op basis van promotieonderzoek aan het Maastricht UMC+ adviseert dermatoloog in opleiding Marieke Roozeboom dan ook om niet iedere patiënt zomaar met dezelfde methode te behandelen.

Fotodynamische therapieFotodynamische therapieOngeveer één op de vijf Nederlanders krijgt tijdens zijn leven te maken met het basaalcelcarcinoom, een vorm van huidkanker die voornamelijk wordt veroorzaakt door een overmaat aan zonlicht. Hoewel dit type tumor niet agressief is en vaak oppervlakkig aanwezig is, kan het veel overlast veroorzaken, zoals jeuk, pijn en bloedingen. In het verleden werden alle vormen van huidkanker chirurgisch verwijderd, wat vaak resulteerde in ontsierende littekens. Tegenwoordig heeft de dermatoloog echter een groter arsenaal aan middelen ter beschikking. Er zijn (naast operatief verwijderen) drie gangbare behandelingen voor het basaalcelcarcinoom: fotodynamische therapie, imiquimod-crème en 5-fluorouracil-crème. Voornamelijk op basis van ervaring past de dermatoloog één van deze behandelingen toe. “Maar dat kan veel effectiever”, zegt Roozeboom. “Niet iedere tumor en patiënt zijn namelijk gelijk.”

Licht versus crème
De promovendus onderzocht het effect van de drie verschillende therapieën bij honderden patiënten. Daaruit bleek onder meer dat fotodynamische therapie slechts in 58 procent van de gevallen succesvol was, tegenover 80 procent en 68 procent voor respectievelijk de imiquimod-crème en 5-fluorouracil-crème. “Imiquimod-crème zou dan ook in de meeste gevallen de eerste behandelkeuze moeten zijn”, adviseert Roozeboom. “Daarbij komt ook nog dat het gebruik van de crème veel goedkoper is dan de fotodynamische therapie, die in het ziekenhuis moet worden uitgevoerd.” De moderne therapie met behulp van licht kan echter in bepaalde gevallen wel succesvoller zijn.

Optimaliseren
Om de effectiviteit van de huidkankerbehandeling te vergroten, deelde Roozeboom de patiënten op in subcategorieën. Zo maakte ze een onderscheid in geslacht, leeftijd, de grootte van de tumor en de plek van de tumor op het lichaam. Patiënten ouder dan 60 jaar met een tumor op de benen bleken bijvoorbeeld veel beter te reageren op fotodynamische therapie (94 procent) dan op de behandeling met een crème (37 procent). Roozeboom: “Een arts zou dus tijdens de diagnose al een afweging moeten kunnen maken welke behandeling de voorkeur heeft. Door een beter onderscheid te maken tussen patiënten kunnen we het behandelresultaat optimaliseren. Met als gevolg minder complicaties bij patiënten, een beter cosmetisch resultaat en dalende zorgkosten.”

Marieke Roozeboom promoveert op vrijdag 8 april aan de Universiteit Maastricht op haar proefschrift ‘Diagnosis and treatment of basal cell carcinoma’