Een ruime meerderheid (56%) van de kiezers is voor accijnsverhoging op tabak om het gebruik ervan bij jongeren tegen te gaan. Nog meer kiezers zouden de verkoop van tabak willen beperken tot tabaksspeciaalzaken. Een meerderheid van de kiezers wil bovendien dat zijn politieke partij in het verkiezingsprogramma een anti-rook-paragraaf opneemt gericht op het ontmoedigen van roken door jongeren. Dit zijn resultaten uit een onderzoek van Maurice de Hond op verzoek van de Stichting Rookpreventie Jeugd, een onderzoek onder een representatieve steekproef van 4000 kiezers via Peil.nl.
De onderzoeksresultaten staan haaks op het huidige Haagse beleid. Politici gaan echte maatregelen tegen jeugdroken uit de weg. Ze weigeren uit angst voor zetelverlies en onder druk van de tabakslobby de tabaksaccijnzen te verhogen en de verkooppunten terug te dringen.
Uit de peiling van Maurice de Hond blijkt dat kiezers van vrijwel alle partijen een veel steviger antirook-beleid steunen. Onder de VVD- en PvdA-stemmers is een ruime meerderheid voor een verhoging van de accijnzen en een beperking van verkooppunten om roken onder jongeren tegen te gaan. Meer dan de helft van de kiezers wil dat vastgelegd hebben in een stevige anti-rookparagraaf in het verkiezingsprogramma. Opvallend is dat twee derde van alle kiezers, ongeacht op welke partij zij stemmen, voorstander zijn van verplichte lessen op de basisscholen gericht tegen roken.
Het onderzoek van de Hond is representatief voor het rookgedrag van de gemiddelde Nederlander, 25% van de respondenten rookt. Dit komt precies overeen met het meest recente landelijke onderzoek van het CBS.
De overgrote meerderheid van de rokers is tegen het verhogen van de accijnzen om jeugdroken tegen te gaan, terwijl twee derde van de niet-rokers dit juist wel steunt. Ook het terugdringen van verkooppunten voor tabak heeft niet de goedkeuring van de rokers, slechts 29% vindt dat een goed idee. De overgrote meerderheid van de niet-rokers wil juist wel dat de verkoop van tabak wordt beperkt tot tabaksspeciaalzaken. En tenslotte niet verwonderlijk, slechts een derde van de rokers wil een aangescherpte tabaksparagraaf in het verkiezingsprogramma van hun partij, iets wat de niet-rokers in overgrote meerderheid juist weer wel willen.
De conclusie is onontkoombaar, de politieke partijen baseren hun anti-tabaksbeleid vooral op de sentimenten bij de rokende minderheid en hebben uit het zicht verloren wat de meerderheid van de niet-rokers onder hun kiezers wensen. Hoog tijd voor de politieke partijen om eindelijk eens echt in actie te komen. Voor hun niet-rokende kiezers hoeven ze niet bang te zijn, die willen wel. Er is meer dan voldoende draagvlak bij kiezers van alle partijen voor het nemen van maatregelen die het verschil kunnen maken, accijnzen omhoog en verkoop van tabak alleen in speciaalzaken.